De zaak in het kort
De Rechtbank Noord-Nederland oordeelde op 30 juli 2025 over een geschil tussen een hoofdaannemer en een onderaannemer met betrekking tot dakwerkzaamheden aan een multifunctioneel centrum in Assen. De hoofdaannemer, [eisende partij], had de onderaannemer, [gedaagde], ingeschakeld voor het verwijderen en vervangen van sedum op het dak van het gebouw. Na de werkzaamheden ontstonden er lekkages, waarvoor de Vereniging van Eigenaren (VvE) de hoofdaannemer aansprakelijk stelde. In de vrijwaringszaak eiste [eisende partij] dat [gedaagde] haar zou vrijwaren voor alle veroordelingen in de hoofdzaak. De rechtbank oordeelde dat de onderaannemer inderdaad aansprakelijk was voor de veroorzaakte schade door de wijze van uitvoering van de werkzaamheden.
Het verloop van het proces en de feiten
De VvE van het multifunctionele gebouw te Assen had de hoofdaannemer aangesteld om het sedum op het dak te vervangen, nadat een onderzoek door Sempergreen had geadviseerd dat het bestaande daktuinpakket verwijderd en vernieuwd moest worden. De werkzaamheden omvatten ook het plaatsen van zonnepanelen en het controleren van de dakbedekking. De hoofdaannemer schakelde [gedaagde] in als onderaannemer voor de vervanging van het sedum.
Gedurende de uitvoering van de werkzaamheden werden diverse beschadigingen aan de EPDM-laag van het dak geconstateerd. Deze beschadigingen leidden tot lekkages, die door de VvE werden gemeld. De VvE stelde [eisende partij] aansprakelijk en eiste herstel van de schade. [eisende partij] betwistte echter de aansprakelijkheid en wees op de geplande oplevering, terwijl de VvE bleef vasthouden aan de aansprakelijkstelling.
Verschillende inspecties en rapporten door onafhankelijke deskundigen, zoals BDA Dak-en Geveladvies B.V. en Vebidak, legden mechanische beschadigingen bloot die konden zijn veroorzaakt door de werkzaamheden van [gedaagde]. Deze beschadigingen leidden tot de lekkages die de VvE had gerapporteerd. De rechtbank in de hoofdzaak oordeelde dat [eisende partij] aansprakelijk was voor de schade die de VvE had geleden ten gevolge van de tekortkomingen van haar hulppersoon, [gedaagde].
De beslissing van de rechtbank
In de vrijwaringszaak moest worden bepaald of [gedaagde] de hoofdaannemer moest vrijwaren voor de veroordelingen in de hoofdzaak. De rechtbank oordeelde dat [gedaagde] inderdaad aansprakelijk was voor de schade veroorzaakt tijdens zijn werkzaamheden. De rechtbank wees het verweer van [gedaagde] af dat de schade mogelijk door andere factoren dan zijn werkzaamheden veroorzaakt was. Het oordeel werd mede gebaseerd op de deskundigenrapporten die aangaven dat de schade specifiek gerelateerd was aan de werkzaamheden van het snijden van drainagematten tijdens de applicatie van het sedum.
Verder verwierp de rechtbank het beroep van [gedaagde] op zijn algemene voorwaarden, die aansprakelijkheid voor indirecte of gevolgschade uitsloten. De rechtbank oordeelde dat deze voorwaarden niet van toepassing waren, omdat [gedaagde] niet had aangetoond dat deze voorwaarden aan [eisende partij] ter hand waren gesteld. De rechtbank wees de vordering tot vrijwaring van [eisende partij] toe, en oordeelde dat de onderaannemer de hoofdaannemer moest vrijwaren voor de veroordeling in de hoofdzaak, inclusief de proceskosten.
De rechtbank veroordeelde [gedaagde] om [eisende partij] te vrijwaren voor al hetgeen waartoe zij jegens de VvE is veroordeeld, inclusief de proceskosten. De rechtbank wees ook de vordering van [gedaagde] af om de schadevergoeding als buitenproportioneel te beschouwen. De beslissing werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, waardoor [gedaagde] de proceskosten van € 5.718,30, inclusief eventuele wettelijke rente, moet betalen binnen veertien dagen na aanschrijving.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.