VvErechtspraak.nl
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
VvErechtspraak.nl
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten

ECLI:NL:RBZWB:2025:6001 WOZ-waarde appartement Drimmelen bevestigd

by VvERechstpraak.nl
13/09/2025
Reading Time: 2 mins read
A A
0

De zaak in het kort

De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft het beroep van een woningbezitter uit Drimmelen ongegrond verklaard. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de door de gemeente vastgestelde WOZ-waarde van zijn appartement. Volgens de heffingsambtenaar was de waarde correct op € 228.000 vastgesteld. De eigenaar van het appartement vond deze waardebepaling te hoog en meende dat de woning een maximale waarde van € 197.000 zou moeten hebben. De rechtbank oordeelde dat de vastgestelde WOZ-waarde niet te hoog was en baseerde zich daarbij op de aankoopprijs van de woning.

Gerelateerde uitspraken

ECLI:NL:RBGEL:2025:7254 verzekeringsfout leidt tot aanzienlijke schadevergoeding

ECLI:NL:RBZWB:2025:6001 belastingrechtelijke beoordeling WOZ-waarde woning

ECLI:NL:RBZWB:2025:6001 WOZ-waarde woning bevestigd ondanks bezwaar

Het verloop van het proces en de feiten

De eigenaar van de woning had de onroerende zaak op 28 februari 2022 voor een bedrag van € 230.100 gekocht. Het betrof een appartement uit 1989 met een oppervlakte van 106 m² en een inpandige berging. Op 1 januari 2022 werd de WOZ-waarde door de gemeente Drimmelen vastgesteld op € 228.000. Hierop volgde ook de aanslag onroerendezaakbelastingen (OZB) voor het jaar 2023.

Op 11 januari 2024 ontving de eigenaar een uitspraak van de heffingsambtenaar waarin zijn eerdere bezwaar ongegrond werd verklaard. Hiertegen ging hij in beroep. Tijdens de zitting op 3 juli 2025 in de rechtbank Zeeland-West-Brabant verscheen de eigenaar niet, ondanks dat hij correct was uitgenodigd via het systeem Mijn Rechtspraak.

Een belangrijk twistpunt in het proces was het tijdstip van kennisgeving van de uitspraak op bezwaar. De heffingsambtenaar had aangegeven dat de uitspraak mogelijk naar een verkeerd adres was verzonden vanwege technische problemen bij de gemeente. Uiteindelijk werd op 9 juli 2024 een afschrift van de uitspraak op bezwaar naar de eigenaar gestuurd. De rechtbank oordeelde dat hiermee de termijn voor het indienen van een beroepschrift correct was nageleefd, aangezien het beroepschrift op 17 augustus 2024 was ontvangen, binnen de toegestane termijn van zes weken.

De beslissing van de rechtbank

De rechtbank moest beoordelen of de waarde van de woning te hoog was vastgesteld. Volgens de rechter was de waarde niet te hoog en was deze terecht gebaseerd op de aankoopprijs van de woning. De eigenaar had aangevoerd dat de aankoopprijs elementen bevatte die niet in de WOZ-waarde hadden moeten worden meegenomen, zoals een aandeel in het reservefonds van de Vereniging van Eigenaren (VvE) en een bedrag voor roerende goederen. De rechtbank oordeelde echter dat de eigenaar deze stellingen niet voldoende had onderbouwd met concrete en verifieerbare stukken.

De rechtbank vond verder dat de heffingsambtenaar terecht was uitgegaan van het eigen aankoopcijfer als vertrekpunt voor de WOZ-waarde. De aangepaste transactieprijs resulteerde in een WOZ-waarde van € 228.000, wat in lijn lag met de verkoopprijs en de economische waarde op de waardepeildatum.

De rechtbank wees ook het verzoek van de eigenaar om vergoeding van kosten voor de procedure af, omdat het beroep ongegrond was verklaard. De heffingsambtenaar hoefde daarom geen proceskosten te vergoeden en de eigenaar kreeg het betaalde griffierecht niet terug.

ADVERTISEMENT

Concluderend verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond, bevestigde de vastgestelde WOZ-waarde en OZB-aanslag, en wees de verzoeken van de eigenaar tot kostenvergoeding af. De eigenaar kan in hoger beroep gaan bij het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch als hij het niet eens is met de uitspraak.

Lees de originele uitspraak hier.

Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.

ShareSendSend
Previous Post

ECLI:NL:RBMNE:2025:4156 dwaling bij aankoop winkelruimte door verborgen gebreken

Next Post

ECLI:NL:RBGEL:2025:7254 verzekeringsfout leidt tot aanzienlijke schadevergoeding

Gerelateerde uitspraken>>>

Verjaring in de VvE

ECLI:NL:RBGEL:2025:7254 verzekeringsfout leidt tot aanzienlijke schadevergoeding

13/09/2025
Verjaring in de VvE

ECLI:NL:RBZWB:2025:6001 belastingrechtelijke beoordeling WOZ-waarde woning

12/09/2025
Verjaring in de VvE

ECLI:NL:RBZWB:2025:6001 WOZ-waarde woning bevestigd ondanks bezwaar

11/09/2025

VvErechtspraak.nl

  • Contact
  • Over ons

Bezoek ook eens

Nederlandvve

Alle rechten onder voorbehoud © 2025 VvE Rechtspraak.

Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte

Alle rechten onder voorbehoud © 2025 VvE Rechtspraak.