De zaak in het kort
De rechtbank Rotterdam heeft in een zaak tussen [eiseres] B.V. en een Vereniging van Eigenaars (VvE) geoordeeld over de vraag of een instemming met een offerte door de voorzitter van de VvE heeft geleid tot een overeenkomst van aanneming van werk, en of de VvE annuleringskosten van 25% van de aanneemsom moet betalen. De rechtbank concludeerde dat er geen overeenkomst tot stand is gekomen omdat de voorzitter van de VvE niet bevoegd was om een dergelijke overeenkomst aan te gaan. Hierdoor heeft [eiseres] geen recht op de gevorderde annuleringskosten.
Het verloop van het proces en de feiten
Op 17 april 2023 bracht [eiseres] een offerte uit voor spouwmuurisolatie in een appartementencomplex dat onder beheer van de VvE valt, met een aanneemsom van € 61.478,82 inclusief btw. De toenmalige voorzitter van de VvE gaf telefonisch akkoord op 17 mei 2023 en ondertekende de aangepaste offerte digitaal op 22 mei 2023. Er volgde contact tussen de partijen over de werkvoorbereiding en vergunningaanvragen. Echter, op 9 juni 2023 gaf de voorzitter aan de opdracht te willen annuleren, waarop [eiseres] verwees naar annuleringskosten. Na herhaaldelijk contact en wisselende beslissingen van de voorzitter over de voortzetting van de opdracht, werd op 23 juni 2023 door de VvE aangegeven dat de voorzitter niet bevoegd was de offerte te ondertekenen. De VvE ontkende zelfs de digitale ondertekening van de opdracht.
[eiseres] vorderde uiteindelijk in rechte betaling van € 15.369,71 aan annuleringskosten, plus bijkomende incassokosten en proceskosten. De VvE bestreed deze vordering, ontkennend dat er een rechtsgeldige overeenkomst tot stand was gekomen.
De beslissing van de rechtbank
De rechtbank wees de vordering van [eiseres] af. De kantonrechter oordeelde dat de toenmalige voorzitter van de VvE niet bevoegd was om een overeenkomst voor het bedrag van ruim € 60.000,- te sluiten zonder machtiging van de vergadering van eigenaars, zoals vereist volgens de statuten van de VvE. Deze beperking was kenbaar via het handelsregister, en [eiseres] had zich hiervan op de hoogte moeten stellen.
Daarnaast werd geoordeeld dat er geen gerechtvaardigd vertrouwen kon zijn bij [eiseres] dat de voorzitter bevoegd was, mede omdat er geen besluit van de vergadering van eigenaars was geweest dat hiervan afweek. Het was aan [eiseres] om de bevoegdheden van het VvE-bestuur te verifiëren. Bovendien ontbrak er bewijs dat de vergadering van eigenaars toestemming had gegeven voor de overeenkomst.
Omdat er geen rechtsgeldige overeenkomst was, kon [eiseres] geen aanspraak maken op 25% annuleringskosten, zoals vermeld in hun Algemene Voorwaarden. De rechtbank veroordeelde [eiseres] tot betaling van de proceskosten van de VvE, begroot op € 947,-, en verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat het direct moet worden nagekomen, ongeacht eventuele hoger beroep door een van de partijen.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.




