De zaak in het kort
In deze zaak behandelt de rechtbank Gelderland een kort geding tussen een Vereniging van Eigenaren (VvE) en een appartementseigenaar. De VvE heeft een geschil met de eigenaar over een zonder toestemming geplaatste aanbouw op het dakterras van het appartement. Eerder is de eigenaar door de rechtbank veroordeeld om de aanbouw te verwijderen op straffe van een dwangsom. De VvE vordert nu een verhoging van de dwangsommen omdat zij vindt dat de eigenaar niet volledig heeft voldaan aan het vonnis. De voorzieningenrechter wijst het verzoek van de VvE af.
Het verloop van het proces en de feiten
De eigenaar van het betreffende appartement heeft in mei 2020 een aanbouw op het dakterras geplaatst zonder de vereiste toestemming van de VvE. Deze toestemming werd nadien geweigerd en ook een verzoek om vervangende machtiging werd door de kantonrechter afgewezen. Het gerechtshof bevestigde deze beslissing. In een bodemprocedure heeft de rechtbank Gelderland in juli 2023 geoordeeld dat de eigenaar in strijd handelde met de splitsingsakte en veroordeelde de eigenaar om de aanbouw binnen 90 dagen te verwijderen, onder verbeurte van een dwangsom van € 500 per dag tot een maximum van € 30.000.
Ondanks de betekening van het vonnis in oktober 2024, constateerde een deurwaarder in april 2025 dat de aanbouw nog niet was verwijderd. De VvE sommeerde de eigenaar tot betaling van de volledige dwangsommen. Op een vergadering in april 2025 kreeg het bestuur van de VvE een volmacht om verdere juridische stappen te ondernemen. De eigenaar heeft inmiddels de aanbouw verwijderd, maar de VvE stelt dat niet alles is verwijderd en dat het dakterras niet volledig is hersteld.
De beslissing van de rechtbank.
De voorzieningenrechter behandelt de vraag of de eigenaar heeft voldaan aan de veroordeling uit het vonnis van juli 2023. Volgens de rechter heeft de eigenaar het frame en de houten constructie van de aanbouw verwijderd, zoals vereist. De VvE stelt dat er nog wandpanelen en een keukenblok op het dakterras staan, maar de rechter oordeelt dat deze niet onder de oorspronkelijke veroordeling vallen. Het vonnis sprak enkel over de verwijdering van het frame en de houten constructie die aan de luifel en vloer waren bevestigd.
De rechter concludeert dat de eigenaar aan het vonnis heeft voldaan en wijst de vordering van de VvE tot verhoging van de dwangsommen af. De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat beide partijen hun eigen kosten dragen. De rechter benadrukt dat de VvE ervoor koos om het kort geding door te laten gaan, ondanks dat de aanbouw reeds was verwijderd. Omdat de VvE in het ongelijk is gesteld, ziet de rechter geen reden om de proceskosten toe te wijzen aan de eigenaar.
De uitspraak onderstreept het belang van duidelijke communicatie en naleving van de regels binnen een VvE, evenals het strikt interpreteren van gerechtelijke uitspraken in het licht van hun strekking en doel. De zaak toont aan hoe juridische procedures binnen een VvE complex en langdurig kunnen zijn, vooral wanneer het gaat om wijzigingen aan gemeenschappelijke delen van een gebouw.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.




