De zaak in het kort
De rechtbank Amsterdam heeft een zaak behandeld waarin de eigenaresse van een woning, [eiseres], een huurcontract met [gedaagde] wilde beëindigen wegens dringend eigen gebruik. [eiseres] vroeg de rechtbank om de huurovereenkomst te ontbinden en de woning te ontruimen, omdat zij de woning zelf nodig had vanwege medische redenen en voor haar studie. [gedaagde] betwistte de dringende noodzaak en diende een tegenvordering in, waarbij zij onder andere de huurprijs en servicekosten ter discussie stelde. De rechtbank oordeelde dat [eiseres] onvoldoende aannemelijk had gemaakt dat er sprake was van een dringende persoonlijke noodzaak die de beëindiging van de huurovereenkomst rechtvaardigde. Hierdoor werd haar eis afgewezen. Bovendien werd [gedaagde] in het gelijk gesteld met betrekking tot de onverschuldigde servicekosten en het nietig verklaren van een verbod op verrekening in de huurovereenkomst.
Het verloop van het proces en de feiten
[eiseres], die samen met haar bedrijf Cosmos Vastgoed B.V. de procedure begon, woont voornamelijk op Curaçao en wilde de woning in Nederland zelf gebruiken wegens medische noodzaak en haar studie. [gedaagde] woont in de woning en heeft een huurachterstand gehad, maar deze inmiddels voldaan. De huurovereenkomst tussen [eiseres] en [gedaagde] begon op 1 juni 2021 en was voor dertien maanden, waarna deze stilzwijgend werd verlengd. Er was sprake van een eerdere opzegpoging door [eiseres], maar die was niet rechtsgeldig.
In oktober 2022 werd bij [eiseres] een medische aandoening geconstateerd, waarvoor zij in Nederland behandeld moest worden. Desondanks verbleef zij acht maanden per jaar op Curaçao. In 2023 gaf [eiseres] aan dat ze de woning dringend nodig had voor eigen gebruik vanwege haar medische situatie en haar studie, maar deze redenen werden door [gedaagde] betwist.
Daarnaast had [gedaagde] vragen over de huurprijs en de servicekosten, en stelde dat er een verbod op verrekening in de huurovereenkomst was dat onredelijk bezwarend was.
De beslissing van de rechtbank
De rechtbank oordeelde dat [eiseres] de noodzaak voor dringend eigen gebruik niet voldoende aannemelijk had gemaakt. Hoewel zij een medische aandoening had, was er geen bewijs dat onmiddellijke bewoning van de woning essentieel was voor haar medische behandeling. De rechtbank vond dat [eiseres] alternatieve verblijfsplaatsen had, zoals een appartement van vrienden, en dat de verkoop van haar pied-à-terre in Nederland niet relevant was voor de noodzaak om de woning te ontruimen.
Verder oordeelde de rechtbank in het voordeel van [gedaagde] met betrekking tot de servicekosten. [eiseres] had ten onrechte de volledige VvE-bijdrage doorberekend aan [gedaagde], en de rechtbank stelde lagere bedragen voor de servicekosten vast op basis van informatie van de VvE-penningmeester. Het verbod op verrekening werd vernietigd omdat het vermoed werd onredelijk bezwarend te zijn. Ook werd vastgesteld dat [gedaagde] geen boete verschuldigd was voor het overtreden van het huisdierenverbod, aangezien er geen sprake was van overlast.
De rechtbank veroordeelde [eiseres] en Cosmos Vastgoed B.V. tot het betalen van de proceskosten van [gedaagde], en verklaarde de huurprijs, inclusief servicekosten, zoals door [gedaagde] verzocht. Tot slot verklaarde de rechtbank dat de vorderingen van [eiseres] en Cosmos werden afgewezen en dat de vorderingen van [gedaagde] grotendeels werden toegewezen.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.



