De zaak in het kort
In deze zaak draait het om een conflict tussen de Vereniging van Eigenaars (VvE) van een appartementencomplex genaamd ‘De Staalmeesters’ in Groningen en de woningbouwcorporatie Nijestee. De VvE heeft Nijestee aansprakelijk gesteld voor de kosten van het vervangen van ramen in het complex, die volgens deskundigen ongeschikt zijn en problemen met lekkages veroorzaken. Nijestee was de verkoper en aannemer van het complex voordat het werd gesplitst in appartementen. De kantonrechter heeft in eerdere vonnissen de vordering van de VvE toegewezen, maar Nijestee is in hoger beroep gegaan. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden moet nu beoordelen of de VvE de kosten kan vorderen op basis van de juridische grondslagen die zijn aangevoerd.
Het verloop van het proces en de feiten
De zaak begon toen de VvE Nijestee aansprakelijk stelde voor lekkages en de kosten van vervanging van ramen in het appartementencomplex ‘De Staalmeesters’. Nijestee had het complex gebouwd als onderdeel van stadsvernieuwing, waarbij oude rijtjeswoningen werden vervangen door nieuwbouw. De VvE werd opgericht na de splitsing van het gebouw in appartementen.
In het verleden waren er al problemen met lekkages, waarvoor aanvankelijk garantie werd gegeven door de leverancier, maar later moest de VvE zelf opdraaien voor de kosten. De VvE vorderde daarom een vergoeding van Nijestee. De kantonrechter gaf de VvE in eerste instantie gelijk. Nijestee voerde meerdere verweren aan, waaronder dat de VvE niet gerechtigd zou zijn om de vordering in te stellen en dat de vordering verjaard was.
Tijdens de procedure zijn verschillende deskundigenrapporten ingebracht die wijzen op constructiefouten bij de plaatsing van de ramen, wat de lekkages veroorzaakt. Het hof moet nu bepalen of de VvE op basis van deze rapporten en de juridische grondslagen aanspraak kan maken op een vergoeding van Nijestee.
De beslissing van de rechtbank
Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft nog geen definitieve uitspraak gedaan in deze zaak. Het hof heeft vastgesteld dat de VvE wel degelijk als partij kan optreden namens de appartementseigenaren voor gebreken aan de gemeenschappelijke delen van het complex, zoals de ramen. Het hof heeft echter geconstateerd dat de kantonrechter de vordering ten onrechte heeft gebaseerd op kooprecht (artikel 7:17 BW), omdat de VvE geen partij was bij de oorspronkelijke koopovereenkomsten.
In plaats daarvan moet de vordering worden beoordeeld onder het aannemingsrecht (artikel 7:759 en 7:760 BW), dat betrekking heeft op aanneming van werk. Het hof heeft Nijestee in de gelegenheid gesteld om nadere stukken in te dienen en verweren te onderbouwen met betrekking tot de klachtplicht, verjaring en de juridische grondslag van de vordering. De zaak is in afwachting van verdere beoordeling door het hof.
Tot die tijd heeft het hof alle verdere beslissingen aangehouden, wat betekent dat de zaak nog openstaat voor verdere proceshandelingen en bewijsvoering door beide partijen. Het hof zal op een latere datum opnieuw bijeenkomen om de zaak te bespreken en mogelijk een definitieve uitspraak te doen.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.



