VvErechtspraak.nl
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
VvErechtspraak.nl
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten

ECLI:NL:GHDHA:2025:2029 schorsingsverzoek tenuitvoerlegging vonnis afgewezen

by VvERechstpraak.nl
08/10/2025
Reading Time: 2 mins read
A A
0

De zaak in het kort

In deze zaak behandelt het gerechtshof Den Haag een verzoek van [eiseres] om de tenuitvoerlegging van een vonnis van de rechtbank Den Haag te schorsen. Het vonnis, dat op 2 april 2025 werd uitgesproken, verklaarde [eiseres] als curator aansprakelijk voor schade geleden door [verweerder] en veroordeelde haar tot een schadevergoeding van € 128.792,80. [eiseres] stelde dat er nieuwe omstandigheden waren die de schorsing rechtvaardigden, maar het hof wees het verzoek af omdat de aangevoerde feiten en omstandigheden al bekend waren bij de rechtbank ten tijde van de uitspraak.

Gerelateerde uitspraken

ECLI:NL:RBOVE:2025:6422 Verdeling onderhoudskosten VvE blijft ongewijzigd

ECLI:NL:RBAMS:2025:8162 klacht tegen notaris ne bis in idem toegepast

ECLI:NL:RBOVE:2017:5331 schorsing en vernietiging besluiten vereniging van eigenaars

Het verloop van het proces en de feiten

De zaak heeft zijn oorsprong in een huurkoopovereenkomst die [verweerder] in 2001 sloot met de heer [gefailleerde]. In 2020 werd [eiseres] benoemd tot curator in het faillissement van [gefailleerde] en zij vorderde ontbinding van de huurkoopovereenkomst. De kantonrechter wees deze vordering toe in juli 2021, en [eiseres] verkocht het appartement aan een derde partij. [verweerder] ging in hoger beroep tegen dit ontbindingsvonnis en het gerechtshof Den Haag vernietigde het vonnis grotendeels, waardoor de vorderingen van [eiseres] werden afgewezen en zij werd veroordeeld tot terugbetaling aan [verweerder].

Na deze uitspraak stelde [verweerder] [eiseres] aansprakelijk voor schade, omdat zij het appartement had verkocht in strijd met de herleefde huurkoopovereenkomst. De rechtbank Den Haag oordeelde dat [eiseres] pro se aansprakelijk was voor de schade van [verweerder] en verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad. [eiseres] ging in hoger beroep tegen dit vonnis en startte ook een kortgedingprocedure om de executie van het vonnis te verhinderen. De voorzieningenrechter schorste de tenuitvoerlegging totdat duidelijk was dat [verweerder] de schade niet op de faillissementsboedel kon verhalen.

De beslissing van de rechtbank

Het gerechtshof Den Haag moest beslissen over het verzoek van [eiseres] om de tenuitvoerlegging van het bestreden vonnis te schorsen. [eiseres] voerde aan dat er nieuwe omstandigheden waren die een restitutierisico inhielden, zoals een schuld van [verweerder], zijn beperkte financiële middelen, zijn onregelmatige betalingsgeschiedenis, en zijn verschijning zonder advocaat in de kortgedingprocedure. Het hof oordeelde echter dat deze omstandigheden al bekend waren bij de rechtbank en geen nieuwe feiten of omstandigheden vormden die een schorsing rechtvaardigden.

Het hof stelde vast dat de uitvoerbaarheid bij voorraad door de rechtbank was gemotiveerd en dat [eiseres] geen nieuwe feiten had aangevoerd die de rechtbank nog niet had kunnen overwegen. Daarom wees het hof de vorderingen van [eiseres] tot schorsing en terugbetaling af, evenals haar verzoek om eventuele door [verweerder] gelegde beslagen op te heffen. Het hof hield de beslissing over de kosten van het incident aan tot de einduitspraak en verwees de zaak voor verdere behandeling naar een latere datum.

Lees de originele uitspraak hier.

Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.

ADVERTISEMENT
ShareSendSend
Previous Post

ECLI:NL:RBMNE:2025:5082 huurachterstand leidt tot ontbinding en ontruiming

Next Post

ECLI:NL:GHDHA:2025:2012 Vervangend bestuur voor kleine VvE na verstoorde verhoudingen

Gerelateerde uitspraken>>>

Rechtsgeldigheid VvE besluit

ECLI:NL:RBOVE:2025:6422 Verdeling onderhoudskosten VvE blijft ongewijzigd

09/11/2025
Rechtsgeldigheid VvE besluit

ECLI:NL:RBAMS:2025:8162 klacht tegen notaris ne bis in idem toegepast

09/11/2025
Rechtsgeldigheid VvE besluit

ECLI:NL:RBOVE:2017:5331 schorsing en vernietiging besluiten vereniging van eigenaars

07/11/2025

VvErechtspraak.nl

  • Contact
  • Over ons

Bezoek ook eens

Nederlandvve

Alle rechten onder voorbehoud © 2025 VvE Rechtspraak.

Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte

Alle rechten onder voorbehoud © 2025 VvE Rechtspraak.