De zaak in het kort
In deze zaak hebben [verzoeker 1] en [verzoeker 2], wonend in een hoekwoning in de gemeente Texel, een voorlopige voorziening gevraagd naar aanleiding van een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Texel. Het college had hen een last onder dwangsom opgelegd vanwege de bouw van een schutting van 1.90 meter hoog, wat in strijd zou zijn met de regels van het omgevingsplan. Volgens het college overschrijdt de schutting de toegestane hoogte en staat deze niet op een vergunningvrije locatie. De verzoekers betwisten dit en hebben bezwaar aangetekend tegen de last onder dwangsom. De voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Holland heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, wat betekent dat het besluit van het college voorlopig van kracht blijft.
Het verloop van het proces en de feiten
De zaak begon toen de verzoekers een schutting van 1.90 meter hoog plaatsten aan de zuidzijde van hun perceel, op circa 2 meter afstand van de gevel. Na klachten van buren en een daaropvolgende inspectie door toezichthouders, stelde het college van burgemeester en wethouders dat de schutting in strijd was met het omgevingsplan. Volgens artikel 22.27 van het omgevingsplan is een schutting met een hoogte van meer dan 1 meter vergunningvrij mits deze achter de lijn ligt die langs de voorgevel van het gebouw evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied. Omdat de schutting van verzoekers zich hiervoor niet kwalificeerde, was een omgevingsvergunning vereist. Het college legde daarom een last onder dwangsom op, waarbij verzoekers de keuze kregen om de schutting te verwijderen of te verlagen tot maximaal 1 meter hoogte, op straffe van een dwangsom van €1000 per overtreding, met een maximum van €5000.
Verzoekers maakten bezwaar, aanvoerende dat de schutting niet vergunningplichtig was, omdat deze meer dan 1 meter achter de voorzijde van het huis begon en de tuin niet direct grenst aan openbaar toegankelijk gebied vanwege een tussengelegen privéstrook. Ze wezen ook op hun recht op privacy en het verminderen van lichtoverlast als belangen die zwaarder zouden moeten wegen. Tijdens de zitting op 1 september 2025 gaf het college aan dat de begunstigingstermijn zou worden verlengd tot 22 september 2025, een week na de uitspraak van de voorzieningenrechter.
De beslissing van de rechtbank
De voorzieningenrechter beoordeelde of er spoedeisend belang was en of het besluit van het college in de heroverweging naar verwachting zou kunnen worden herroepen. Gezien de aanstaande verstrijkdatum van de begunstigingstermijn, werd het spoedeisend belang erkend. Echter, de voorzieningenrechter vond geen aanleiding om te oordelen dat het besluit van het college zodanig gebrekkig was dat het in bezwaar niet in stand zou kunnen blijven.
De rechter concludeerde dat de woning van de verzoekers twee voorgevels heeft, gezien de hoekligging en de definities volgens het bestemmingsplan. Hierdoor heeft de rechter geoordeeld dat de schutting vergunningplichtig is, omdat deze zich niet achter de vereiste lijn bevindt. Het beroep van verzoekers op artikel 22.36 van het omgevingsplan, dat volgens hen de schutting van rechtswege toestaat, werd niet gegrond verklaard omdat het niet voldeed aan de specifieke voorwaarden.
Bij de belangenafweging vond de voorzieningenrechter dat de verzoekers’ belangen, zoals privacy en het voorkomen van lichtoverlast, op alternatieve wijze konden worden beschermd, bijvoorbeeld door het plaatsen van vergunningvrije beplanting of een lagere schutting op een andere locatie. De rechter oordeelde dat het belang van het college en de derde-partijen in het handhaven van de wet- en regelgeving en het behoud van het oorspronkelijke open karakter van de wijk zwaarder woog dan de belangen van de verzoekers.
Omdat de voorzieningenrechter oordeelde dat er geen zwaarwegende redenen waren om het bestreden besluit op te schorten, werd het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Het college mocht doorgaan met de handhaving van de last onder dwangsom, hoewel de begunstigingstermijn werd verlengd tot 22 september 2025. Deze uitspraak heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank niet in een eventueel toekomstig bodemgeschil.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.



