De zaak in het kort
De zaak betreft een verzoek van een individu, aangeduid als [verzoeker], die een schadevergoeding eist van een vereniging van eigenaren (VvE). Het verzoek, dat op 15 april 2025 werd ingediend bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant, werd gepresenteerd in de vorm van een verzoekschrift. Echter, de rechtbank oordeelde dat de vordering voor schadevergoeding niet op deze manier kon worden behandeld en dat een dagvaardingsprocedure vereist was. De kantonrechter heeft [verzoeker] de mogelijkheid gegeven om het processtuk te corrigeren en de VvE correct te dagvaarden.
Het verloop van het proces en de feiten
Op 15 april 2025 diende [verzoeker] een verzoekschrift in bij de griffie van de rechtbank, waarin hij eiste dat de VvE een schadevergoeding zou betalen, vermeerderd met bijkomende kosten. Het verzoekschrift bevatte ook verschillende producties ter ondersteuning van de vordering.
De kantonrechter constateerde dat een aanvraag voor schadevergoeding een juridische vordering vormt die niet kan worden ingediend via een verzoekschrift. Volgens de Nederlandse wetgeving, specifiek het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, moet een dergelijke vordering worden ingeleid met een dagvaarding. Dit procedurereglement vereist dat de eiser de tegenpartij, in dit geval de VvE, formeel dagvaardt via een deurwaardersexploot.
Gezien deze procedurefout besloot de kantonrechter [verzoeker] de gelegenheid te bieden om zijn fout te corrigeren. Hij werd geïnstrueerd om de VvE voor de rechtbank te dagvaarden op zijn eigen kosten, in overeenstemming met de geldende juridische voorschriften. Hierbij werd hem specifiek gewezen op de betekeningseisen en de inhoudelijke vereisten die aan een dagvaarding worden gesteld.
De beslissing van de rechtbank
De kantonrechter heeft een aantal belangrijke beslissingen genomen om de procedure in goede banen te leiden. Ten eerste kreeg [verzoeker] de gelegenheid om het inleidend processtuk te verbeteren en de VvE officieel te dagvaarden. De zaak werd verwezen naar een rolzitting op 2 juli 2025 om 10.00 uur. Dit gaf [verzoeker] de tijd om de VvE tijdig en conform de wettelijke termijnen te dagvaarden. Het was essentieel dat hij het exploot van dagvaarding uiterlijk één dag voor de roldatum ter inschrijving op de rol aan de griffie zou aanbieden.
Daarnaast werd bepaald dat de zaak zou worden voortgezet volgens de regels die gelden voor de dagvaardingsprocedure, en dat [verzoeker] zijn stellingen moest aanpassen aan deze procesregels. De rechtbank hield iedere verdere beslissing aan, wat betekent dat er nog geen inhoudelijk oordeel werd gegeven over de vorderingen van [verzoeker] totdat de procedure correct was gestart.
De beschikking werd uitgesproken door mr. Eijssen-Vruwink op 5 juni 2025. De uitspraak benadrukte de noodzaak voor [verzoeker] om zich aan de juiste juridische procedures te houden om zijn vordering effectief te kunnen laten beoordelen door de rechtbank.
Deze zaak onderstreept het belang van het correct volgen van procesrechtelijke regels bij het indienen van juridische vorderingen. Het vormt een herinnering aan alle procespartijen dat het niet alleen de inhoud van de zaak is die telt, maar ook de manier waarop deze naar de rechtbank wordt gebracht. Desondanks heeft de rechtbank [verzoeker] voldoende gelegenheid gegeven om zijn procesfout te herstellen en alsnog zijn claim tegen de VvE door middel van de juiste juridische weg in te dienen.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.




