De zaak in het kort
De kern van de zaak draait om een geschil tussen [eisers] en [gedaagde] over de voorgenomen verbouwing van een garage tot een tiny house. De garage, eigendom van [gedaagde], staat in de tuin van [eisers]. De verbouwing houdt in dat er een deur en raam geplaatst worden die uitkomen op de tuin van [eisers], wat zij willen voorkomen door een bouwverbod te eisen. Hoewel [gedaagde] een bouwvergunning heeft, geeft deze geen toestemming om inbreuk te maken op burenrechten. De voorzieningenrechter heeft het bouwverbod beperkt toegewezen.
Het verloop van het proces en de feiten
De procedure begon met een dagvaarding waarin [eisers] hun bezwaren uiteenzetten tegen de bouwplannen van [gedaagde]. De mondelinge behandeling vond plaats op 3 juli 2025, waarbij beide partijen hun standpunten toelichtten. [eisers] zijn eigenaren van een woning met tuin en stellen dat de geplande verbouwing van [gedaagde] hun gebruiksrecht schendt. [gedaagde] had een omgevingsvergunning aangevraagd en gekregen voor de verbouwing, maar [eisers] betwisten dat zij toestemming had van de eigenaren van de betrokken grond. De gemeente had aangegeven dat rechten van derden aan het gebruik van de vergunning in de weg konden staan, maar er waren geen bezwaren ingediend binnen de bezwaartermijn, waardoor het besluit onherroepelijk werd. Ondanks pogingen tot overleg bleven de partijen het oneens, en [eisers] verzochten de gemeente de vergunning in te trekken, wat werd afgewezen.
De beslissing van de rechtbank
De voorzieningenrechter beoordeelde of de vorderingen van [eisers] in een bodemprocedure kans van slagen zouden hebben. Het belangrijkste verweer van [gedaagde] was dat zij toestemming had van de vorige eigenaren voor de verbouwing, maar dat bleek onvoldoende onderbouwd. De rechter oordeelde dat de toestemming niet op een manier was vastgelegd die [eisers] bij de aankoop van hun eigendom konden kennen. De rechter wees het bouwverbod beperkt toe, waarbij de inbreukmakende onderdelen van de verbouwing, zoals de deur en het raam die op de tuin uitkomen, verboden werden. [gedaagde] werd veroordeeld tot betaling van een dwangsom bij overtreding van het verbod en in de proceskosten. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat het direct moet worden nageleefd, ook als er hoger beroep wordt aangetekend. De rechter benadrukte dat een omgevingsvergunning geen civiele rechten van derden kan schenden.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.




