De zaak in het kort
In een kort geding aangespannen bij de rechtbank Noord-Holland, werd een geschil behandeld tussen een verhuurder en een huurder over de toegang tot een huurwoning. De verhuurder, [eiser], wilde toegang tot het appartement verkrijgen om door de Vereniging van Eigenaars (VvE) geplande werkzaamheden te laten uitvoeren. De huurder, [gedaagde], had echter de sloten veranderd en weigerde de verhuurder en de aannemer toegang te geven. Uiteindelijk had de huurder vrijwillig de sleutel aan de aannemer afgegeven, maar de verhuurder eiste nog steeds een formele veroordeling van de huurder om de sleutel aan hem te overhandigen en om schadevergoeding te betalen voor eventuele vertragingen en kosten. De rechtbank oordeelde dat er geen spoedeisend belang meer was voor de vordering van de verhuurder, aangezien de sleutel inmiddels was overgedragen aan de aannemer. De verhuurder werd wel in het ongelijk gesteld, maar de proceskosten werden toch aan de huurder toegewezen omdat zijn late actie de rechtszaak had veroorzaakt.
Het verloop van het proces en de feiten
Op 10 mei 2025 sloten [eiser] en [gedaagde] een huurovereenkomst voor een appartement. Op 14 juli 2025 informeerde de VvE de bewoners dat er in september en oktober 2025 werkzaamheden zouden plaatsvinden. [eiser] bracht [gedaagde] hiervan op de hoogte en gaf hem huurkorting. Ondanks deze afspraken weigerde [gedaagde] toegang te verlenen door de sloten te veranderen en zelfs na herhaalde verzoeken toegang te ontzeggen aan [eiser] en de door de VvE aangestelde aannemer, Etro Vastgoedzorg.
Op 1 oktober 2025 stuurde de aannemer een e-mail waarin werd aangegeven dat de werkzaamheden spoedig moesten beginnen en dat er afspraken waren gemaakt over het tijdig afronden van de werkzaamheden. De aannemer kreeg uiteindelijk een sleutel onder voorwaarden, waardoor de werkzaamheden konden doorgaan.
[h2]De beslissing van de rechtbank
De rechtbank moest beoordelen of er een spoedeisend belang was voor de vorderingen van [eiser]. Gezien het feit dat de aannemer al toegang tot de woning had gekregen, was er geen spoedeisend belang meer voor de primaire en subsidiaire vorderingen van [eiser]. Ook de eis om een sleutel aan de verhuurder te verstrekken werd afgewezen, omdat de huurder recht heeft op privacy en woongenot, en de verhuurder alleen na overleg toegang mag krijgen voor inspectie of controle.
De vordering tot schadevergoeding werd ook afgewezen, omdat een kort geding zich daar niet voor leent. Daarom werden de vorderingen van [eiser] afgewezen. Echter, de rechtbank bepaalde dat [gedaagde] de proceskosten van € 441,84 moest dragen, omdat zijn late afgifte van de sleutel nodeloos de kosten van de procedure had veroorzaakt. De rechtbank vond dat [gedaagde] had moeten meewerken aan redelijke verzoeken van de verhuurder, zoals toegang voor controle van werkzaamheden.
Deze uitspraak onderstreept het belang van goede communicatie en samenwerking tussen huurders en verhuurders, vooral wanneer er werkzaamheden in een woning moeten plaatsvinden die door derden worden uitgevoerd. Het laat ook zien dat juridische procedures kostbaar en tijdrovend kunnen zijn, en dat het vermijden van dergelijke conflicten door tijdig overleg en afspraak de voorkeur verdient.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.




