De zaak in het kort
De zaak betreft een hoger beroep bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, waarin [verzoeker1] en [verzoekster2] (hierna: [verzoekers]), eigenaren van een appartementsrecht, bezwaar maken tegen een besluit van hun Vereniging van Eigenaars (VvE). Het besluit verplicht hen om een balkonscherm van bamboepalen te verwijderen dat zij zonder toestemming van de VvE hadden geplaatst. [verzoekers] beweren dat het besluit in strijd is met de statutaire bepalingen van de VvE en met de beginselen van redelijkheid en billijkheid. De kantonrechter had hen niet-ontvankelijk verklaard in hun verzoek om vernietiging van het besluit. [verzoekers] zijn in hoger beroep gegaan om alsnog in hun verzoek ontvankelijk verklaard te worden en het besluit te laten vernietigen.
Het verloop van het proces en de feiten
De kwestie begon toen [verzoekers] een balkonscherm van bamboepalen op hun balkon plaatsten zonder voorafgaande toestemming van de VvE, zoals vereist door de statuten van de VvE. Het bestuur van de VvE verzocht hen om het scherm te verwijderen, mede omdat de architect van het gebouw bezwaar maakte wegens afbreuk aan het ontwerp. [verzoekers] weigerden dit, stellende dat andere wijzigingen door de VvE wel werden getolereerd. Dit leidde tot een extra vergadering van de VvE, waar werd besloten dat het balkonscherm moest worden verwijderd. [verzoekers] vroegen de kantonrechter om het besluit te vernietigen en hun een vervangende machtiging te verlenen om het balkonscherm te behouden. De kantonrechter wees het verzoek af op grond van niet-ontvankelijkheid. [verzoekers] gingen hiertegen in hoger beroep.
Tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep kwamen [verzoekers] op de zitting, bijgestaan door hun advocaat, evenals een vertegenwoordiger van de VvE en enkele appartementseigenaren. Het hof moest beoordelen of [verzoekers] ontvankelijk waren in hun verzoek en of het besluit van de VvE vernietigbaar was.
De beslissing van de rechtbank
Het hof oordeelde dat [verzoekers] ontvankelijk zijn in hun verzoek ten aanzien van de VvE Gebouw B, omdat het oorspronkelijke verzoekschrift voldoende duidelijk was gericht tegen het besluit van de VvE. Het hof vernietigde daarom de beschikking van de kantonrechter voor zover het de niet-ontvankelijkheid betrof.
Desondanks wees het hof het verzoek om het besluit van de VvE te vernietigen af. Het hof oordeelde dat het besluit niet in strijd was met de statutaire bepalingen of de redelijkheid en billijkheid. Het hof vond dat de vergadering van de VvE op een juiste wijze was uitgeroepen, er was geen sprake van onzorgvuldige besluitvorming en het bestuur had geen willekeurige besluiten genomen ten opzichte van vergelijkbare situaties. De door [verzoekers] gestelde schendingen van de statutaire bepalingen waren niet zodanig dat zij vernietiging van het besluit rechtvaardigden.
Het hof wees ook het verzoek om een vervangende machtiging om het balkonscherm te behouden af, omdat er geen redelijke grond was om te veronderstellen dat de VvE haar toestemming zonder redelijke grond had geweigerd.
In de uitspraak veroordeelde het hof [verzoekers] tot het betalen van de proceskosten van de VvE in hoger beroep, inclusief griffierecht en advocaatkosten. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing direct kan worden uitgevoerd, zelfs als een van de partijen in cassatie zou gaan bij de Hoge Raad.
Tot slot merkte het hof op dat er meer speelde tussen de partijen dan alleen de kwestie van het balkonscherm. Beide partijen hadden tijdens de mondelinge behandeling aangegeven open te staan voor mediation om alternatieve oplossingen te verkennen voor de door [verzoekers] gewenste privacy. Suggesties zoals het plaatsen van een plantenbak met hoge beplanting werden genoemd als mogelijke oplossing.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.




