De zaak in het kort
De rechtbank Noord-Holland heeft een tussenuitspraak gedaan in een civiele zaak tussen een Vereniging van Eigenaren (VvE) en TDM Beheer B.V. De zaak draait om de vraag of de wegen op een recreatiepark voldoen aan de eisen van goed en deugdelijk werk. De rechtbank heeft besloten een deskundige te benoemen om dit te onderzoeken. De deskundige moet beoordelen welke normen van toepassing zijn en of herstelwerkzaamheden nodig zijn. De VvE is verantwoordelijk voor de kosten van het onderzoek. Er is geen overeenstemming tussen partijen over de te benoemen deskundige, dus de rechtbank heeft zelf een deskundige gekozen.
Het verloop van het proces en de feiten
De procedure begon met een tussenvonnis op 23 april 2025 waarin de rechtbank aangaf dat een deskundigenonderzoek noodzakelijk was om te bepalen of de wegen op het recreatiepark voldoen aan de eisen van goed en deugdelijk werk. Dit is van belang omdat er geen specifieke normen zijn afgesproken voor de wegen op het park. De rechtbank nodigde beide partijen uit om zich uit te laten over de wenselijkheid van een deskundigenbericht, het aantal en het specialisme van de te benoemen deskundigen, en de aan de deskundige(n) voor te leggen vragen.
Beide partijen waren het erover eens dat één deskundige voldoende zou zijn, maar verschilden van mening over de vereiste expertise. TDM Beheer B.V. stelde dat een deskundige op het gebied van bouwkunde en infrastructuur voldoende was, terwijl de VvE ook expertise in civiele techniek en juridische kennis van relevante wet- en regelgeving noodzakelijk achtte. De rechtbank besloot uiteindelijk om een deskundige in civiele techniek te benoemen, specifiek gericht op wegenbouw, en sloot expertise in rioleringen uit omdat hierover al een oordeel was gegeven in het tussenvonnis.
De rechtbank stelde een lijst met vragen op voor de deskundige, waaronder of de wegen voldoen aan de eisen van goed en deugdelijk werk, welke normen hiervoor gelden, welke herstelwerkzaamheden nodig zijn indien de wegen niet voldoen, en of er andere relevante punten zijn voor de rechtbank om te overwegen. TDM en de VvE stelden aanvullende vragen voor, maar de rechtbank besloot deze niet op te nemen, omdat zij al onder de reikwijdte van de bestaande vragen vielen.
De beslissing van de rechtbank
De rechtbank heeft Ing. Bart van den Elshout van ONE Expertise BV benoemd als deskundige. De griffier is opgedragen een kopie van het vonnis aan de deskundige te sturen. De kosten voor het deskundigenonderzoek zijn begroot op €5.263,50 inclusief btw, waarvoor de VvE verantwoordelijk is. Partijen hebben veertien dagen om bezwaar te maken tegen de hoogte van dit voorschot; indien er geen bezwaar wordt gemaakt, wordt het bedrag definitief vastgesteld.
Partijen moeten aan het onderzoek meewerken en alle noodzakelijke informatie en toegang tot locaties verschaffen. De deskundige moet binnen vier maanden na betaling van het voorschot een schriftelijk rapport indienen bij de rechtbank. Dit rapport moet onder meer de basisstukken vermelden en commentaar van beide partijen omvatten.
De rechtbank heeft aangegeven dat er geen tussentijds hoger beroep tegen dit vonnis mogelijk is en dat de beslissing over het voorschot uitvoerbaar bij voorraad is verklaard. De zaak wordt voortgezet op 1 april 2026, tenzij het voorschot niet tijdig wordt betaald of het deskundigenrapport eerder wordt ingediend. In die gevallen wordt de zaak op een eerdere rol geplaatst voor verdere processtappen. Iedere verdere beslissing is aangehouden in afwachting van de resultaten van het deskundigenonderzoek.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.




