De zaak in het kort
In deze rechtszaak tussen [eiser sub 1] c.s. en [gedaagde sub 1] B.V. ging het om een geschil over een koop- en aannemingsovereenkomst voor de bouw van een appartementencomplex. [eiser sub 1] c.s. beweerde dat [gedaagde sub 1] de afspraken in deze overeenkomst had geschonden door meer bouwlagen te realiseren dan was afgesproken en door het complex op een andere locatie te bouwen. Daarnaast zou [gedaagde sub 1] een toezegging over het gebruik van ondoorzichtig glas niet zijn nagekomen. [eiser sub 1] c.s. eiste schadevergoeding van [gedaagde sub 1] en stelde ook de gemeente Utrecht aansprakelijk voor het schenden van gewekt vertrouwen. De rechtbank kende een schadevergoeding van € 50.000 toe aan [eiser sub 1] c.s. van [gedaagde sub 1], maar wees de vorderingen tegen de gemeente af.
Het verloop van het proces en de feiten
De procedure begon met de dagvaarding van 13 februari 2025. [eiser sub 1] c.s. had in 2000 een koop- en aannemingsovereenkomst met [gedaagde sub 1] gesloten voor de bouw van zijn appartement en de ontwikkeling van een nabijgelegen terrein. Volgens de overeenkomst zou het appartementencomplex uit maximaal drie bouwlagen bestaan en op een specifieke locatie worden gebouwd. Echter, [gedaagde sub 1] wijzigde de plannen, waardoor het complex vier bouwlagen kreeg en op een andere locatie werd gebouwd. Ook had [gedaagde sub 1] toegezegd dat de vensters van het complex in ondoorzichtig glas zouden worden uitgevoerd, maar dit bleek uiteindelijk doorzichtig glas te zijn.
Tijdens de mondelinge behandeling op 19 augustus 2025 werden de argumenten van beide partijen gepresenteerd. [eiser sub 1] c.s. stelde dat [gedaagde sub 1] zijn contractuele verplichtingen had geschonden en dat de gemeente Utrecht onrechtmatig had gehandeld door gewekt vertrouwen te schenden. De gemeente zou aansprakelijkheid hebben erkend voor de schade die [eiser sub 1] c.s. had geleden door de wijziging van de glasuitvoering.
De beslissing van de rechtbank.
De rechtbank oordeelde dat [gedaagde sub 1] een bedrag van € 50.000 aan [eiser sub 1] c.s. moest betalen als schadevergoeding vanwege de niet-nakoming van de toezegging omtrent het gebruik van ondoorzichtig glas. De rechtbank baseerde deze beslissing op het feit dat [gedaagde sub 1] in een eerdere correspondentie onvoorwaardelijk had toegezegd dat de vensters in ondoorzichtig glas uitgevoerd zouden worden, een toezegging die zij niet was nagekomen. De waardevermindering van de woning van [eiser sub 1] c.s. als gevolg van de plaatsing van doorzichtig glas werd door een deskundige geschat op € 50.000.
De vorderingen van [eiser sub 1] c.s. tegen de gemeente Utrecht werden afgewezen. De rechtbank vond geen causaal verband tussen de gestelde onrechtmatige daad van de gemeente en de schade. De rechtbank oordeelde dat de schade was ontstaan door de acties van [gedaagde sub 1] en niet door het eventuele schenden van gewekt vertrouwen door de gemeente. Daarom kon de gemeente niet aansprakelijk worden gehouden voor de schade.
Daarnaast wees de rechtbank verschillende andere vorderingen van [eiser sub 1] c.s. tegen [gedaagde sub 1] af, waaronder een vordering met betrekking tot de toegang tot een lift in het appartementencomplex. De rechtbank oordeelde dat er geen bewijs was dat er afspraken waren gemaakt die [gedaagde sub 1] zou verplichten om toegang tot de lift te verschaffen voor [eiser sub 1] c.s.
Tot slot werd [gedaagde sub 1] veroordeeld in de proceskosten van [eiser sub 1] c.s., terwijl [eiser sub 1] c.s. de proceskosten van de gemeente moest betalen. De rechtbank verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de uitspraak direct uitvoerbaar is, ondanks eventuele hoger beroepprocedures.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.



