De zaak in het kort
In deze juridische kwestie, behandeld door de Rechtbank Rotterdam, stond een geschil centraal tussen de Vereniging van Eigenaren (VVE) van een appartementencomplex en de aannemer Dura Vermeer Bouw Zuid West B.V. De zaak betrof een aannemingsovereenkomst voor de bouw van een appartementencomplex, waarbij de VVE verschillende klachten had over de kwaliteit van het werk en herstelkosten eiste. De rechtbank oordeelde echter dat de VVE onvoldoende bewijs had geleverd voor de gestelde gebreken en dat de aannemer zijn werk naar behoren had uitgevoerd. De vorderingen van de VVE werden daarom afgewezen.
Het verloop van het proces en de feiten
De procedure begon met een dagvaarding waarin de VVE herstel van diverse gebreken eiste, dan wel vergoeding van herstelkosten. De VVE had klachten over onder andere hang- en sluitwerk, dakpannen, loopwagens op het dak, glasbewassingsvoorzieningen, en de lift in gebouw B. Dura Vermeer betwistte de klachten en voerde aan dat zij alle gebreken waarvoor zij verantwoordelijk was, had hersteld tijdens een nazorgactie in juni 2022.
De VVE baseerde hun klachten mede op rapporten van Top Expertise, een onafhankelijk onderzoeksbureau dat twee rapporten had uitgebracht over de staat van het complex. De VVE had ook een aantal aanvullende producties overgelegd, waaronder een inspectierapport van Veenman Dakveiligheid Advies & Training. De VVE voerde aan dat Dura Vermeer niet alleen had gefaald in het leveren van deugdelijk werk, maar ook dat zij in de ontwerpfase fouten had gemaakt, zoals het niet toegankelijk maken van het noodtrappenhuis vanuit de centrale hal van de bovenste verdieping.
Tijdens de procedure werden meerdere klachten reeds opgelost of ingetrokken, waarna de focus kwam te liggen op de resterende geschilpunten. De rechtbank hoorde beide partijen tijdens een mondelinge behandeling en ontving nadien brieven van hen waarin zij de rechtbank verzochten om vonnis te wijzen over de resterende geschilpunten.
De beslissing van de rechtbank
De rechtbank oordeelde dat de VVE niet had aangetoond dat Dura Vermeer ondeugdelijk werk had geleverd. Het was aan de VVE om te bewijzen dat er sprake was van gebreken en dat Dura Vermeer aansprakelijk was voor herstel. De rechtbank vond dat de VVE niet aan deze bewijslast had voldaan. De rapporten van Top Expertise boden onvoldoende ondersteuning voor de klachten van de VVE, en de rechtbank achtte het onvoldoende bewezen dat de vermeende gebreken nog steeds bestonden na de nazorgactie van Dura Vermeer.
Ten aanzien van de klacht over de lift in gebouw B oordeelde de rechtbank dat er geen sprake was van een ontwerpfout, omdat het gebouw en de liftsystemen waren ontworpen en goedgekeurd volgens de geldende regels. De aanwezigheid van een sleutelprotocol dat toegang tot vluchtroutes via de penthouse-appartementen regelde, voldeed aan de veiligheidseisen.
De klacht over de grootverbruikaansluiting werd ook afgewezen. De rechtbank was van mening dat de aansluiting was geplaatst in overeenstemming met de wensen van de VVE, die een hoge capaciteit nodig had voor de geplande laadpalen in de parkeergarage.
De rechtbank wees alle vorderingen van de VVE af wegens gebrek aan een deugdelijke grondslag. De VVE werd als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van Dura Vermeer werden begroot op een totaalbedrag van € 2.094,00. De uitspraak is een duidelijke bevestiging van het belang van een gedegen onderbouwing van klachten en herstelvorderingen in geschillen over aannemingsovereenkomsten.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.




