De zaak in het kort
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden zich gebogen over een hoger beroep met betrekking tot besluiten van een Vereniging van Eigenaars (VvE) om een appartementencomplex te verduurzamen. De besluiten omvatten onder meer het vervangen van alle kozijnen en het aangaan van een lening van maximaal één miljoen euro voor deze werkzaamheden. Een eigenaar van een appartement, [verzoeker], was het niet eens met deze besluiten en betoogde dat ze nietig verklaard of vernietigd moesten worden. De kantonrechter had eerder de verzoeken van [verzoeker] afgewezen, waarop hij in hoger beroep ging.
Het verloop van het proces en de feiten
De VvE in kwestie heeft tijdens een algemene ledenvergadering (ALV) besloten om energiebesparende maatregelen te nemen, waaronder het vervangen van alle kozijnen en het aangaan van een lening bij het Nationaal Warmtefonds. De vergadering stemde met een gekwalificeerde meerderheid voor deze maatregelen. [verzoeker] heeft zich hiertegen verzet en de kantonrechter verzocht de besluiten nietig te verklaren, stellende dat de kosten kunstmatig waren opgehoogd en dat de vereiste stemmeerderheid ontbrak. Tevens vond hij dat de besluiten in strijd waren met de redelijkheid en billijkheid, omdat hij zelf al verduurzamingsmaatregelen had getroffen en geen belang zou hebben bij de gezamenlijke maatregelen.
De kantonrechter wees de verzoeken van [verzoeker] af. In hoger beroep betoogde [verzoeker] dat de kosten voor de verduurzamingsmaatregelen kunstmatig waren verhoogd, zonder concrete en zorgvuldige toelichting, en dat er sprake was van belangenverstrengeling bij de beheerder van de VvE. Ook stelde hij dat het voor hem onredelijk was om mee te betalen aan de verduurzamingsmaatregelen, aangezien hij al een deel van zijn kozijnen had vervangen.
De beslissing van de rechtbank.
Het hof oordeelde dat de besluiten van de VvE niet nietig zijn en ook niet vernietigd hoeven te worden. Het hof volgde [verzoeker] niet in zijn stelling dat de kosten kunstmatig waren verhoogd. De VvE had tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep een plausibele uitleg gegeven over het maximale leenbedrag, die gebaseerd was op indicatieve offertes die ook de kosten voor vloerisolatie omvatten. Er was geen bewijs van belangenverstrengeling of misbruik van positie door de beheerder, aangezien er nog geen definitieve beslissing was genomen over wie het project zou begeleiden.
Wat betreft de redelijkheid en billijkheid stelde het hof dat de besluiten democratisch waren genomen en dat de VvE haar belang bij de verduurzamingsmaatregelen voldoende had toegelicht. De VvE kampt al jaren met lekkage- en vochtproblemen door gebrekkige kozijnen, en het vervangen van alle kozijnen zou ten goede komen aan alle appartementseigenaren, inclusief [verzoeker]. Het hof achtte het niet onredelijk dat de kosten volgens de splitsingsakte onder alle eigenaren werden verdeeld. Bovendien was tijdens de ALV afgesproken dat al vervangen kozijnen niet opnieuw vervangen hoefden te worden, waardoor het leenbedrag lager zou uitvallen.
Het hof wees ook het bezwaar van [verzoeker] af dat de notulen van de ALV nog niet waren vastgesteld, omdat dit bezwaar geen invloed had op de geldigheid van de besluiten. Tot slot kwam het hof niet toe aan bewijslevering, aangezien [verzoeker] geen feiten had aangevoerd die tot een andere beslissing zouden kunnen leiden.
De conclusie van het hof was dat het hoger beroep van [verzoeker] niet slaagde. Het hof bekrachtigde de beschikking van de kantonrechter en veroordeelde [verzoeker] tot betaling van de proceskosten van de VvE, zijnde € 827,- aan griffierecht en € 2.428 aan salaris van de advocaat van de VvE. De uitspraak werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de veroordelingen ook ten uitvoer kunnen worden gelegd als de zaak aan de Hoge Raad wordt voorgelegd.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.




