De zaak in het kort
De rechtbank Noord-Holland heeft op 17 september 2025 een vonnis gewezen in een civielrechtelijk incident dat speelt tussen een vennootschap onder firma (VOF), een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid genaamd Multiservice IJmond B.V., en een vereniging van eigenaars (VvE). De kern van het geschil betreft een vrijwaringsvordering van de VvE tegen Multiservice. De VvE wil Multiservice in vrijwaring oproepen voor eventuele schadeclaims die de VOF tegen haar heeft ingediend vanwege schade opgelopen tijdens werkzaamheden uitgevoerd door Multiservice in opdracht van de VvE.
Het verloop van het proces en de feiten
De juridische procedure begon met een dagvaarding van de VOF op 30 juni 2025, waarin zij Multiservice en de VvE aansprakelijk stelt voor schade die is ontstaan tijdens werkzaamheden uitgevoerd in een gebouw dat onder beheer van de VvE valt. De VvE heeft vervolgens een incidentele conclusie ingediend met het verzoek om Multiservice in vrijwaring te kunnen oproepen. Dit betekent dat de VvE, indien zij door de rechtbank aansprakelijk wordt bevonden voor de schade, Multiservice verantwoordelijk wil stellen voor het vergoeden van die schade.
De VvE baseert haar vrijwaringsvordering op de aannemingsovereenkomst die zij met Multiservice heeft afgesloten. Volgens deze overeenkomst zou Multiservice verantwoordelijk zijn voor alle werkzaamheden en eventuele schade totdat het werk officieel is opgeleverd. De VOF heeft aangegeven dat zij zich conformeert aan het oordeel van de rechtbank, wat inhoudt dat zij de beslissing van de rechtbank zal volgen zonder daartegen in beroep te gaan.
De beslissing van de rechtbank
De rechtbank heeft het verzoek van de VvE om Multiservice in vrijwaring op te roepen toegewezen. De rechter overweegt dat er voldoende juridische grond is voor een vrijwaringsvordering omdat er sprake is van een rechtsverhouding tussen de VvE en Multiservice die voortvloeit uit de aannemingsovereenkomst. Deze overeenkomst kan ertoe leiden dat Multiservice verplicht is om de financiële gevolgen te dragen van een eventuele veroordeling van de VvE in de hoofdzaak.
De rechtbank heeft daarbij bepaald dat Multiservice op 15 oktober 2025 gedagvaard moet worden om op de eis in vrijwaring te antwoorden. Verder heeft de rechtbank geoordeeld dat er geen partij als verliezende partij in het incident kan worden beschouwd, waardoor de proceskosten tussen de partijen worden gecompenseerd. Dit betekent dat elke partij haar eigen juridische kosten moet dragen.
In de hoofdzaak heeft de rechtbank een datum vastgesteld waarop de VvE haar conclusie van antwoord moet indienen, namelijk op 29 oktober 2025. Hiermee wordt de procedure in de hoofdzaak voortgezet.
De uitspraak is gedaan door rechter mr. J.H. Gisolf, met bijstand van de griffier mr. M. Bouwen, en is openbaar uitgesproken. Deze rechtszaak illustreert het belang van duidelijke afspraken in aannemingsovereenkomsten en de mogelijkheid voor partijen om zich te beschermen tegen onverwachte schadeclaims door middel van vrijwaringsconstructies.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.




