VvErechtspraak.nl
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
VvErechtspraak.nl
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten

ECLI:NL:RBGEL:2025:9200 huur bedrijfsruimte en ontbinding huurovereenkomst afgewezen

by VvERechstpraak.nl
08/11/2025
Reading Time: 2 mins read
A A
0

De zaak in het kort

De zaak betreft een geschil tussen LIDL Nederland GmbH en een huurder, [gedaagde], over de huur van een bedrijfsruimte. LIDL vordert de ontbinding van de huurovereenkomst vanwege vermeende tekortkomingen van de huurder, waaronder het niet betalen van de volledige huurprijs, het niet betalen van servicekosten en het niet stellen van een bankgarantie. Daarnaast wil LIDL de huurovereenkomst beëindigen voor dringend eigen gebruik om hun supermarkt uit te breiden. De kantonrechter beoordeelt de vorderingen van LIDL en het verweer van [gedaagde], en neemt een beslissing over de voortzetting van de huurovereenkomst.

Gerelateerde uitspraken

ECLI:NL:RBMNE:2025:5507 WOZ-waarde woning gehandhaafd ondanks bezwaren eigenaar

ECLI:NL:RBMNE:2025:5507 WOZ-waarde woning Utrecht bevestigd ondanks bezwaren

ECLI:NL:HR:2023:1234 richtlijnen voor toegang en procedures bij de rechter

Het verloop van het proces en de feiten

[gedaagde] huurt sinds 2010 een bedrijfsruimte waarin hij een bakkerij exploiteert. De huurovereenkomst is diverse keren verlengd. In 2015 werd een nieuwe huurovereenkomst gesloten voor een lagere huurprijs. [gedaagde] heeft in 2022 moeten investeren in de bedrijfsruimte vanwege wijzigingen die LIDL heeft doorgevoerd. Er bestaat onenigheid over de indexering van de huurprijs en de betaling van servicekosten. LIDL heeft de huurovereenkomst opgezegd per 31 oktober 2025 en vordert ontbinding op grond van betalingsachterstanden en het niet stellen van een bankgarantie.

Tijdens het proces legt LIDL uit dat vanwege schaalvergroting en nieuwe normen in de supermarktbranche zij de ruimte dringend nodig hebben voor eigen gebruik. [gedaagde] voert echter aan dat de huurovereenkomst en de investeringen die hij gedaan heeft, zijn bakkerij essentieel maken voor zijn inkomen en dat van zijn werknemers. Hij stelt dat de beëindiging van de huurovereenkomst zijn bedrijf en persoonlijke financiële situatie ernstig zou schaden.

De beslissing van de rechtbank

De kantonrechter oordeelt dat de tekortkomingen in de betaling van huur en servicekosten niet ernstig genoeg zijn om de ontbinding van de huurovereenkomst te rechtvaardigen. De onduidelijkheden in de communicatie van de vorige verhuurder [naam 3] hebben bijgedragen aan de betalingsachterstanden, waardoor de kantonrechter de situatie niet ernstig genoeg acht om de huurovereenkomst te ontbinden.

Daarnaast oordeelt de kantonrechter dat LIDL onvoldoende heeft aangetoond dat het gehuurde dringend nodig is voor eigen gebruik. De vermeende schaalvergroting en nieuwe normen zijn onvoldoende onderbouwd om te concluderen dat LIDL een wezenlijk belang heeft bij beëindiging van de huurovereenkomst. Bij de belangenafweging acht de kantonrechter het belang van [gedaagde] om de huurovereenkomst voort te zetten, zwaarder wegen dan het belang van LIDL om de huurovereenkomst te beëindigen.

De vordering van LIDL tot beëindiging van de huurovereenkomst wordt afgewezen, en de bestaande huurovereenkomst wordt verlengd voor vijf jaar. [gedaagde] wordt veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en buitengerechtelijke incassokosten, maar de gevorderde contractuele boete wordt gematigd tot de wettelijke handelsrente. De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij de eigen kosten draagt.

Lees de originele uitspraak hier.

ADVERTISEMENT

Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.

ShareSendSend
Previous Post

ECLI:NL:RBROT:2025:12861 afwijzing vordering herstel gebreken verhuurde woning

Next Post

ECLI:NL:RBAMS:2025:8162 klacht tegen notaris ne bis in idem toegepast

Gerelateerde uitspraken>>>

Bestemming van het appartement

ECLI:NL:RBMNE:2025:5507 WOZ-waarde woning gehandhaafd ondanks bezwaren eigenaar

09/11/2025
Bestemming van het appartement

ECLI:NL:RBMNE:2025:5507 WOZ-waarde woning Utrecht bevestigd ondanks bezwaren

08/11/2025
Bestemming van het appartement

ECLI:NL:HR:2023:1234 richtlijnen voor toegang en procedures bij de rechter

08/11/2025

VvErechtspraak.nl

  • Contact
  • Over ons

Bezoek ook eens

Nederlandvve

Alle rechten onder voorbehoud © 2025 VvE Rechtspraak.

Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte

Alle rechten onder voorbehoud © 2025 VvE Rechtspraak.