De zaak in het kort
De rechtszaak die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba diende, betrof een conflict tussen de Vereniging van Eigenaren (VVE) Las Rocas 6 en een van haar leden, [gedaagde]. De kern van de zaak draaide om de handhaving van parkeerregels binnen de vereniging. De VVE had [gedaagde] boetes opgelegd vanwege het overtreden van deze regels, specifiek omdat hij meer parkeerplaatsen gebruikte dan toegestaan was. De VVE eiste dat het gerecht zou verklaren dat de parkeerregels rechtsgeldig en bindend zijn voor alle leden, inclusief [gedaagde], en dat [gedaagde] de opgelegde boetes zou betalen, inclusief wettelijke rente en de proceskosten.
Het verloop van het proces en de feiten
Het proces begon met de indiening van een verzoekschrift door de VVE, waarna [gedaagde] een conclusie van antwoord indiende. Vervolgens werd een comparitie van partijen bepaald om de zaak verder te bespreken. Tijdens de comparitie op 17 september 2025 werden de standpunten van beide partijen toegelicht.
De feiten die vaststonden waren dat [gedaagde], als appartementseigenaar, van rechtswege lid was van de VVE. Volgens het Reglement van de VVE mocht elk lid slechts één parkeerplaats gebruiken, maar [gedaagde] gebruikte er twee. Hierdoor werden er twee boetes van elk Afl. 250,00 aan hem opgelegd.
De VVE stelde dat de regels zoals vastgelegd in het Reglement rechtsgeldig en bindend zijn en dat [gedaagde] zich hieraan diende te houden. [Gedaagde] verdedigde zich door te stellen dat hij op basis van de leveringsakte dacht recht te hebben op drie parkeermogelijkheden.
De beslissing van de rechtbank
In zijn beoordeling oordeelde het gerecht dat de VVE geen partij was bij de leveringsakte van [gedaagde] en dus niet verplicht was om parkeermogelijkheden te bieden zoals vermeld in de leveringsakte. Het Reglement van de VVE, waarin de boetemogelijkheid is opgenomen, werd als rechtsgeldig beschouwd omdat [gedaagde] hiertegen geen verweer voerde. Het gerecht wees erop dat [gedaagde] inderdaad in strijd met de regels had gehandeld door een van zijn auto’s foutief te parkeren. Daarnaast had de VVE, voorafgaand aan het opleggen van de boetes, [gedaagde] gewaarschuwd, maar deze waarschuwing had niet tot de gewenste gedragsverandering geleid.
Het gerecht verklaarde voor recht dat de parkeerregels zoals vermeld in het Reglement bindend zijn voor [gedaagde]. Verder werd [gedaagde] veroordeeld tot betaling van de boetes ter hoogte van Afl 500,00 voor de overtreding van de parkeerregels, evenals in de proceskosten. Deze kosten omvatten Afl. 450,00 aan griffierecht, Afl 475,00 aan oproepingskosten en Afl. 100,00 aan salaris voor de gemachtigde van de VVE. De veroordelingen werden uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat ze onmiddellijk ten uitvoer kunnen worden gelegd, ongeacht eventuele hoger beroepen.
Het vonnis werd uitgesproken door rechter mr. A.J.J. van Rijen tijdens een openbare zitting op 29 oktober 2025. Hiermee werd de eis van de VVE grotendeels toegewezen en de bezwaren van [gedaagde] afgewezen. De uitspraak benadrukt het belang van de naleving van interne reglementen binnen een VVE en bevestigt de mogelijkheid voor een VVE om boetes op te leggen voor overtredingen van deze regels.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.




