VvErechtspraak.nl
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
VvErechtspraak.nl
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten

ECLI:NL:CBB:2025:254 weigering inschrijving schorsing bestuurder VvE door KvK

by VvERechstpraak.nl
26/06/2025
Reading Time: 3 mins read
A A
0

De zaak in het kort

In deze zaak ging het om een geschil tussen [naam 1], een lid van een Vereniging van Eigenaars (VvE), en de Kamer van Koophandel (KvK). [naam 1] had geprobeerd de schorsing van [naam 2], een mede-bestuurder binnen de VvE, in het handelsregister in te schrijven. De KvK weigerde deze inschrijving, omdat zij twijfels had over de rechtsgeldigheid van het besluit tot schorsing. De zaak kwam voor bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBB), waar de beslissing van de KvK werd aangevochten door [naam 1].

Gerelateerde uitspraken

ECLI:NL:GHAMS:2025:1785 hoger beroep WOZ-waarde woning gerechtshof Amsterdam

ECLI:NL:GHAMS:2025:1786 gerechtshof bevestigt WOZ-waarde en procesverloop

ECLI:NL:RBAMS:2025:4420 jeugdstraf voor rol bij ontploffing en mishandeling

Het verloop van het proces en de feiten

De zaak begon met een besluit van de KvK op 4 april 2023, waarin zij weigerde om de opgave van de schorsing van [naam 2] als bestuurder van de VvE in te schrijven. De KvK had twijfels over de juistheid van de opgave, aangezien er geen bewijs was van een rechtsgeldig besluit van de VvE voor de schorsing of op non-actiefstelling van [naam 2]. De kantonrechter van de rechtbank Den Haag had eerder al besluiten van de VvE vernietigd die strekten tot het ontslag van [naam 2] als administrateur, vicevoorzitter en penningmeester.

[naam 1] stelde dat hij op grond van artikel 5:133, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek (BW) bevoegd was om als vervanger van [naam 2] op te treden, omdat er een belangenconflict was. Hij gebruikte het formulier voor schorsing om de opgave te doen, omdat er geen specifiek formulier was voor een op non-actiefstelling. De KvK bleef echter bij haar besluit om de inschrijving te weigeren, met [naam 2] die deze beslissing ondersteunde.

Tijdens de zitting op 27 februari 2025 werd de zaak verder behandeld. De CBB beoordeelde of de KvK terecht gerede twijfel had over de juistheid van de opgave, wat de basis vormde voor de weigering van de inschrijving volgens artikel 5, tweede lid, aanhef en onder e, van het Handelsregisterbesluit 2008.

De beslissing van de rechtbank.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelde dat de KvK voldoende onderzoek had gedaan naar de juistheid van de opgave en op goede gronden tot de conclusie was gekomen dat er gerede twijfel bestond. De KvK had terecht de beschikking van de kantonrechter van 26 januari 2023 in overweging genomen, waarin de besluiten tot ontslag van [naam 2] waren vernietigd. Daarnaast had het gerechtshof Den Haag deze beschikking op 23 april 2024 bekrachtigd.

Het College wees ook de stelling van [naam 1] van de hand dat hij bevoegd was om [naam 2] op non-actief te stellen op basis van artikel 5:133, tweede lid, van het BW. Het gerechtshof had namelijk geoordeeld dat de belangen van [naam 1] en [naam 2] tegengesteld waren, waardoor [naam 1] niet in de plaats van [naam 2] kon handelen.

Uiteindelijk verklaarde het College het beroep van [naam 1] ongegrond en concludeerde dat de KvK terecht de inschrijving van de opgave had geweigerd. Er waren geen proceskosten die vergoed moesten worden. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer van het College, bestaande uit drie rechters, en werd op 15 april 2025 openbaar gemaakt.

ADVERTISEMENT

Deze zaak illustreert de complexiteit van bestuursrechtelijke procedures, met name in situaties waar er conflicten zijn binnen een VvE en bij de inschrijving van bestuurswijzigingen in het handelsregister. Het belang van duidelijke en rechtsgeldige besluiten binnen een VvE komt hier sterk naar voren, net als het belang van een zorgvuldig onderzoek door de KvK bij twijfel over de juistheid van inschrijvingen.

Lees de originele uitspraak hier.

Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.

ShareSendSend
Previous Post

ECLI:NL:RBAMS:2025:2417 afwijzing verzoek vernietiging VvE-besluit over aanbouw

Next Post

ECLI:NL:RBROT:2025:4657 verplichting tot medewerking aan wijziging akte van splitsing

Gerelateerde uitspraken>>>

Bestemming van het appartement

ECLI:NL:GHAMS:2025:1785 hoger beroep WOZ-waarde woning gerechtshof Amsterdam

13/07/2025
Bestemming van het appartement

ECLI:NL:GHAMS:2025:1786 gerechtshof bevestigt WOZ-waarde en procesverloop

13/07/2025
Bestemming van het appartement

ECLI:NL:RBAMS:2025:4420 jeugdstraf voor rol bij ontploffing en mishandeling

12/07/2025

VvErechtspraak.nl

  • Contact
  • Over ons

Bezoek ook eens

Alle rechten onder voorbehoud © 2025 VvE Rechtspraak.

Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte

Alle rechten onder voorbehoud © 2025 VvE Rechtspraak.