De zaak in het kort
In deze zaak stond het handelen van een accountant, [naam 1], die tevens penningmeester was van een Vereniging van Eigenaren (VvE), centraal. De kwestie ontstond toen [naam 4] c.s., eigenaren van een appartement in een ondersplitsing van de VvE, ontdekten dat er onregelmatigheden waren in de administratie en het beheer van de VvE. Zij dienden een klacht in bij de accountantskamer, die de accountant op alle punten in het ongelijk stelde. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBB) behandelde het hoger beroep van de accountant tegen deze uitspraak.
De kern van de zaak betrof beschuldigingen van het voeren van een gezamenlijke administratie voor verschillende VvE’s, onjuiste informatie over het reservefonds, en onrechtmatige inning van servicekosten. De accountantskamer had de maatregel opgelegd van tijdelijke doorhaling van de inschrijving van de accountant in de registers voor de duur van één maand. Het CBB heeft deze maatregel omgezet in een berisping.
Het verloop van het proces en de feiten
Het geschil begon toen [naam 4] c.s. in 2018 een appartement kochten in een gebouw met meerdere VvE’s. Zij ontdekten later dat alleen de hoofdsplitsing van de VvE ingeschreven stond bij de Kamer van Koophandel en dat er onduidelijkheden waren over de administratie en het beheer van het reservefonds. Dit leidde ertoe dat zij het bestuur van de VvE en vervolgens ook individueel [naam 1], de penningmeester, aansprakelijk stelden voor de door hen geleden schade.
De oorspronkelijke klacht bij de accountantskamer bevatte meerdere beschuldigingen tegen [naam 1], waaronder het voeren van een gezamenlijke administratie voor verschillende VvE’s, het geven van een misleidende voorstelling van het reservefonds, en het onrechtmatig innen van servicekosten. De accountantskamer verklaarde de klacht gegrond en legde een zware sanctie op aan [naam 1].
In hoger beroep voerde [naam 1] aan dat de accountantskamer ten onrechte had geoordeeld over bepaalde klachtonderdelen, in het bijzonder over het niet tijdig opstellen van een jaarrekening en het niet openen van een aparte bankrekening voor het reservefonds. Hij legde bewijsstukken over, waaronder een e-mail waarin hij de jaarrekening voor 2020 tijdig had opgesteld. Het CBB beoordeelde deze argumenten en het overgelegde bewijs.
De beslissing van de rechtbank
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven kwam tot een gemengde conclusie.
Ten eerste oordeelde het College dat de accountantskamer ten onrechte had geoordeeld dat [naam 1] niet tijdig een jaarrekening voor 2020 had opgesteld, gezien het bewijs dat in hoger beroep werd overgelegd. Dit onderdeel van de klacht werd ongegrond verklaard.
Ten tweede oordeelde het College dat er geen aparte bankrekening voor het reservefonds was geopend, zoals vereist door artikel 5:126, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek. Dit klachtonderdeel bleef derhalve gegrond.
Bij klachtonderdeel j, waarin [naam 1] verzuimd zou hebben passende maatregelen te nemen bij constatering van onregelmatigheden, vond het College dat de accountant inderdaad tekort was geschoten. Ondanks de moeilijke omstandigheden had [naam 1] maatregelen moeten voorstellen of zelf nemen om de situatie te corrigeren.
Wat betreft de zwaarte van de opgelegde maatregel, besliste het College dat een berisping passender was dan de door de accountantskamer opgelegde tijdelijke doorhaling. Het College hield rekening met de vrijwillige basis waarop [naam 1] zijn taken uitvoerde en de context waarin de fouten werden gemaakt.
Tot slot behandelde het College de kwestie van de redelijke termijn. [naam 4] c.s. hadden vergoeding gevraagd voor overschrijding van de redelijke termijn. Het College wees dit verzoek af, omdat artikel 6 EVRM volgens hen niet op de klagende partij, maar op de aangeklaagde persoon van toepassing was in tuchtprocedures.
De slotsom van het hoger beroep was dat het gegrond werd verklaard voor wat betreft klachtonderdeel h en de opgelegde maatregel van tijdelijke doorhaling. Het College legde in plaats daarvan een berisping op aan [naam 1]. De overige onderdelen van de uitspraak van de accountantskamer bleven in stand.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.