De zaak in het kort
In deze rechtszaak bij het Gerechtshof Amsterdam staat een geschil centraal tussen grootouders en hun kleinzoon over vermeende onttrekkingen aan het vermogen van de grootouders door de kleinzoon. De grootouders hebben de kleinzoon eerder gemachtigd om hun financiële zaken te behartigen, maar beschuldigen hem nu van het misbruiken van deze vertrouwenspositie om aanzienlijke bedragen aan hun vermogen te onttrekken. De vordering tot terugbetaling en schadevergoeding van de grootouders is grotendeels toegewezen, hoewel een mondelinge behandeling is gelast om verdere inlichtingen te verkrijgen over de verkoop van hun appartement.
Het verloop van het proces en de feiten
De grootouders, aangeduid als [appellanten], hebben in oktober 2022 hoger beroep aangetekend tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland. De rechtszaak draait om vermeende financiële onttrekkingen door hun kleinzoon, [geïntimeerde], die ook als gevolmachtigde fungeerde. Gedurende de 21 maanden dat de volmacht gold, heeft [geïntimeerde] aanzienlijke bedragen van de bankrekening van [appellanten] overgeboekt naar zijn eigen rekening. Ook heeft hij hun appartement verkocht voor een bedrag dat zij als te laag ervaren.
De rechtbank in eerste aanleg had de vorderingen van de grootouders afgewezen en hen veroordeeld om de beslagen op te heffen. In hoger beroep betwisten de grootouders dit vonnis en voeren ze aan dat hun kleinzoon zijn positie heeft misbruikt. Ze beschuldigen hem ervan dat hij, onder het mom van schenkingen en persoonlijke kosten, zonder hun instemming forse bedragen van hun vermogen heeft onttrokken.
De feiten geven aan dat [geïntimeerde] aanzienlijke bedragen heeft gepind en overgeboekt van de rekening van [appellanten]. Hij heeft ook hun appartement verkocht, maar de verkoopprijs was volgens [appellanten] veel lager dan de marktplaatswaarde. Ondanks de volmachten die de grootouders aan hun kleinzoon hadden gegeven, betwisten ze dat zij ooit instemming hebben verleend voor de financiële transacties die hij uitvoerde.
De beslissing van de rechtbank
Het Hof heeft in deze zaak geoordeeld dat de vorderingen van de grootouders grotendeels terecht zijn. Het Hof heeft de door [geïntimeerde] overgeboekte bedragen als onrechtmatige onttrekkingen bestempeld en heeft hem veroordeeld tot terugbetaling van € 89.650 aan de grootouders, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 17 september 2021. De vordering van de grootouders omvatte zowel de bedragen die zonder hun instemming waren overgeboekt als de kosten die de kleinzoon voor zichzelf had gemaakt ten laste van hun rekening.
Met betrekking tot de verkoop van het appartement heeft het Hof besloten dat een mondelinge behandeling nodig is om meer duidelijkheid te krijgen over de gang van zaken en de betrokken partijen. Het is onduidelijk geworden of de kleinzoon het appartement tegen een eerlijke prijs heeft verkocht en of er sprake is geweest van belangenverstrengeling.
Het Hof heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigd en de vordering van de grootouders uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit betekent dat de kleinzoon de grootouders moet terugbetalen, ongeacht eventuele verdere juridische procedures.
De zaak illustreert de complexiteit die kan ontstaan wanneer familieleden volmachten verlenen voor financiële zaken. Het Hof heeft zich kritisch opgesteld ten aanzien van de bewijslast en heeft geconcludeerd dat de kleinzoon onvoldoende bewijs heeft geleverd dat de grootouders instemden met zijn financiële transacties. Het Hof heeft de grootouders in het gelijk gesteld en een aanzienlijke schadevergoeding toegekend. Toch blijft de kwestie van de verkoop van het appartement openstaan voor verdere behandeling en kan deze nog enige tijd in beslag nemen voordat er een definitieve uitspraak wordt gedaan.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.