De zaak in het kort
Binnen een Vereniging van Eigenaren (VvE) met zes leden is een geschil ontstaan over een dakopbouw op het pand. In 2018 hebben twee eigenaren de dakopbouw gerealiseerd nadat de toenmalige leden van de VvE daarvoor toestemming hadden gegeven. Echter, het besluit van de VvE om de dakopbouw toe te staan, is op 15 maart 2023 nietig verklaard door de rechtbank. In deze procedure hebben de eigenaren die de opbouw hebben gerealiseerd, de kantonrechter verzocht om de splitsingsakte te wijzigen zodat de omschrijving van het gebouw in de akte overeenkomt met de feitelijke situatie. De kantonrechter heeft de wijziging bevolen en daar voorwaarden aan verbonden. Het hof bevestigt de beschikking, maar verbindt daar andere voorwaarden aan.
Het verloop van het proces en de feiten
De zaak is begonnen toen [appellanten] in hoger beroep gingen tegen de beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam van 9 november 2023. Zij vroegen het hof om de bestreden beschikking te vernietigen en de verzoeken van [geïntimeerden] af te wijzen. De VvE diende een verweerschrift in hoger beroep in, evenals [geïntimeerden], die vroegen om de beschikking te bekrachtigen. De mondelinge behandeling vond plaats op 3 december 2024.
De feiten van de zaak omvatten een conflict binnen de VvE over een dakopbouw die in 2018 werd geplaatst met toestemming van de toenmalige leden van de VvE. De rechtbank verklaarde het besluit van de VvE nietig, wat leidde tot het verzoek van de eigenaren die de opbouw hadden geplaatst om de splitsingsakte te wijzigen. De kantonrechter ging hiermee akkoord en verbond hieraan voorwaarden, wat leidde tot hoger beroep door de [appellanten].
Een belangrijk punt van discussie was of een besluit dat nietig is verklaard ook betekent dat de notulen van de vergadering en de daaropvolgende overeenkomsten nooit hebben bestaan. Het hof oordeelt dat het besluit geen rechtsgevolg heeft, maar dat betekent niet dat de vergadering en de notulen niet hebben plaatsgevonden.
De eigendomsverhoudingen van de appartementen en de afspraken binnen de VvE over de dakopbouw werden ook besproken. Er werd een omgevingsvergunning verleend voor de opbouw, en de gemeentelijke inspectie constateerde geen afwijkingen. Het conflict ontstond toen [appellanten] de nietigverklaring van het besluit van de VvE aanvochten en de verwijdering van de opbouw eisten, een eis die ze later introkken.
De beslissing van de rechtbank
Het hof oordeelt dat de kantonrechter terecht het bevel tot wijziging van de splitsingsakte heeft gegeven. Artikel 5:144 BW kan in deze situatie worden toegepast. Het hof benadrukt dat het bevel bedoeld is om de splitsingsakte in overeenstemming te brengen met de feitelijke situatie van het gebouw, die door de opbouw is veranderd. De opbouw is met toestemming van de toenmalige eigenaren gerealiseerd, en hoewel het besluit van de VvE is vernietigd, zijn de gebeurtenissen zoals vastgelegd in de notulen en overeenkomsten geldig.
Het hof wijzigt echter de voorwaarden waaronder het bevel is gegeven. Het onderhoud van de schil van de opbouw, met uitzondering van het dak, komt voor rekening van [geïntimeerden]. Bovendien wordt de stemverhouding binnen de VvE aangepast naar de oude breukdelen, zodat [geïntimeerden] geen zwaardere stem krijgen door de vergroting van hun appartementen.
Het hof verwerpt de eis van [appellanten] voor een financiële tegemoetkoming, omdat de opbouw met toestemming en in overeenstemming met de regelgeving is gerealiseerd en [geïntimeerden] alle kosten zelf hebben gedragen.
Tot slot worden [appellanten] veroordeeld in de proceskosten van [geïntimeerden] in hoger beroep, en de beschikking van de kantonrechter wordt met de gewijzigde voorwaarden bekrachtigd.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.