De zaak in het kort
In een bedrijfsverzamelcomplex in Amsterdam speelt een conflict over de uitbouw van een privégedeelte door een van de appartementseigenaren, Hiawatha. Deze uitbouw vereist een wijziging van de splitsingsakte, waarvoor de medewerking van alle appartementseigenaren noodzakelijk is. Twee eigenaren, aangeduid als de appellanten, hebben hun medewerking geweigerd. Zowel de kantonrechter als het gerechtshof oordeelden dat deze weigering zonder redelijke grond was. Het hof heeft de medewerking van de appellanten vervangen door een machtiging op grond van artikel 5:140 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW).
Het verloop van het proces en de feiten
Het geschil vond zijn oorsprong in een verzoek van Hiawatha om een aanbouw te realiseren aan haar appartementsrecht A4, wat een wijziging van de splitsingsakte noodzakelijk maakte. Hiawatha wilde drie geluidsopnamestudio’s bouwen en had hiervoor de instemming van de overige eigenaren nodig. Tijdens een vergadering van de Vereniging van Eigenaren (VvE) op 15 maart 2022 werd het bouwplan gepresenteerd, maar er werden geen besluiten genomen. De appellanten gaven aan zich niet te kunnen verenigen met het bouwplan.
Op 17 november 2022 vond een nieuwe vergadering plaats, waarbij een wijziging van de splitsingsakte werd besproken. De appellanten waren niet aanwezig en niet uitgenodigd. De overige eigenaren stemden in met de voorwaarde dat Hiawatha een vergoeding zou betalen aan de andere eigenaren voor het gebruik van de grond. Vervolgens weigerden de appellanten de volmacht te ondertekenen die nodig was voor de notariële wijziging van de splitsingsakte.
In eerste aanleg verzocht Hiawatha om een vervangende machtiging voor de medewerking van de appellanten, zodat de splitsingsakte kon worden gewijzigd. De kantonrechter gaf dit verzoek toe, omdat de appellanten zonder redelijke grond hun medewerking weigerden, en veroordeelde hen in de proceskosten.
In hoger beroep voerden de appellanten tien grieven aan. Ze stelden onder meer dat ze niet waren uitgenodigd voor de vergadering waarin gestemd werd over de wijziging van de splitsingsakte, en dat er geen rechtsgeldig besluit was genomen. Ze waren van mening dat dit een redelijke grond tot weigering opleverde. Daarnaast voerden ze inhoudelijke bezwaren aan tegen de uitbouw, zoals beperking van hun uitzicht, inkijkproblemen, en de mogelijkheid van overlast.
De beslissing van de rechtbank
Het hof verwierp de grieven van de appellanten en bevestigde de beslissing van de kantonrechter. Het hof oordeelde dat de formele bezwaren van de appellanten niet relevant waren, omdat Hiawatha c.s. een ander wettelijk pad mochten volgen (spoor 1, artikel 5:140 lid 1 BW) om de medewerking van de appellanten te verkrijgen. Het hof benadrukte dat spoor 1 geen formele besluitvormingseisen kent, anders dan dat alle eigenaren moeten meewerken.
Inhoudelijk stelde het hof dat de belangen van de appellanten met betrekking tot uitzicht, inkijk, lichtinval en ruimtelijkheid beperkt relevant zijn, aangezien het gaat om bedrijfsruimten op een bedrijventerrein. Het hof vond de mogelijke verslechtering van deze aspecten minimaal en onvoldoende om een redelijke grond voor weigering te vormen.
Verder oordeelde het hof dat er geen bewijs was voor de stelling van de appellanten dat de uitbouw zou leiden tot parkeer- of verkeersproblemen. Ook was de aangeboden financiële vergoeding door Hiawatha als redelijk beoordeeld, en de appellanten hadden deze onvoldoende betwist.
Het hof wees ook het bezwaar van de appellanten af dat de aanbouw hun eigen plannen zou hinderen. Er was geen bewijs dat de appellanten concrete plannen hadden voor een aanbouw van hun eigen rechten.
Ten slotte stelde het hof vast dat de appellanten terecht in de proceskosten waren veroordeeld in de eerste aanleg en dat het verzoek van Hiawatha c.s. tot uitvoerbaarverklaring bij voorraad van de beschikking gerechtvaardigd was. Het hof wees het bewijsaanbod van de appellanten af, omdat het niet voldoende concreet was en niet tot een andere uitkomst zou leiden. De bestreden beschikking werd bekrachtigd en in hoger beroep werden de appellanten opnieuw in de proceskosten veroordeeld.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.