VvErechtspraak.nl
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
VvErechtspraak.nl
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten

ECLI:NL:GHAMS:2025:2290 toewijzing verzoek voorlopig deskundigenbericht vakantiewoningen

by VvERechstpraak.nl
05/09/2025
Reading Time: 2 mins read
A A
0

De zaak in het kort

In de kern draait de zaak om een geschil tussen [appellant] B.V. en [geïntimeerden] over de economische rechten met betrekking tot de ontwikkeling, verhuur en exploitatie van een project dat bestaat uit seizoensgebonden strandhuisjes in [plaats 4]. [naam 1] en [naam 2] zijn via hun vennootschappen betrokken bij deze zaak en hebben in het verleden samengewerkt met [geïntimeerde 2] en diens vennootschappen. De vraag is of er een overeenkomst is die bepaalt dat [appellant] de rechten voor de ontwikkeling en exploitatie van de strandhuisjes heeft, of dat deze rechten bij [bedrijf 8] blijven, die later verkocht is aan [bedrijf 22]. [appellant] heeft in hoger beroep de rechtbank verzocht het eerdere vonnis te vernietigen dat de vorderingen van [appellant] had afgewezen.

Gerelateerde uitspraken

ECLI:NL:RBDHA:2025:15847 Nakoming koopovereenkomst en wijziging splitsingsakte betwist

ECLI:NL:RBAMS:2025:6095 appartementenrecht; verdeelsleutel hek en tuinhuis binnenplaats

ECLI:NL:RBDHA:2025:15722 bestuurlijke boete voor verhuur zonder vergunning

Het verloop van het proces en de feiten

De samenwerking tussen de partijen begon in 2015, toen [naam 1] en [naam 2] met [geïntimeerde 2] overeenkwamen om via verschillende entiteiten samen te werken aan de ontwikkeling van vakantieprojecten. De samenwerking was informeel en gebaseerd op vertrouwen, zonder dat alle afspraken schriftelijk werden vastgelegd. In 2015 won [bedrijf 8] een aanbesteding voor de ontwikkeling van strandhuisjes in [plaats 4]. Hoewel er intenties waren om de ontwikkeling onder te brengen bij [appellant], zijn er geen concrete overeenkomsten gesloten.

In 2018 vond er een herstructurering plaats, waarbij de aandelen van [bedrijf 8] werden overgedragen aan [bedrijf 22]. Dit leidde tot een breuk tussen de partijen, waarbij [naam 1] en [naam 2] zich benadeeld voelden omdat zij niet op de hoogte waren gesteld van de verkoop. Zij claimden dat de rechten op ontwikkeling en exploitatie bij [appellant] zouden moeten liggen. In 2020 verslechterden de verhoudingen verder, en [geïntimeerde 2] ging door met de overdracht van de economische rechten aan [bedrijf 22], ondanks de eerdere intenties voor een gezamenlijke ontwikkeling.

De beslissing van de rechtbank

Het gerechtshof Amsterdam oordeelde dat de intenties tussen de partijen nooit zijn omgezet in concrete en afdwingbare overeenkomsten. De samenwerking was altijd vrijblijvend en gebaseerd op vertrouwen, zonder formele vastlegging van afspraken over de economische rechten van het project. Het hof concludeerde dat er geen wilsovereenstemming was bereikt over de overdracht van ontwikkelings-, verhuur- en exploitatierechten aan [appellant] en dat [geïntimeerde 2] en [geïntimeerde 1] geen ernstig verwijt kon worden gemaakt in de verkoop van [bedrijf 8] aan [bedrijf 22].

Het hof verwierp daarmee de grieven van [appellant] en bevestigde het eerdere vonnis, waarbij de vorderingen van [appellant] werden afgewezen. Tevens werd [appellant] veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep. Het verzoek om schadevergoeding op basis van bestuurdersaansprakelijkheid van [geïntimeerde 2] en [geïntimeerde 1] werd eveneens afgewezen, omdat er geen sprake was van een ontoelaatbare ontneming van een corporate opportunity. Het hof benadrukte het gebrek aan concrete afspraken en de blijvende intentiefase van de samenwerking, wat leidde tot het besluit dat er geen afdwingbare rechten waren overgedragen aan [appellant].

Lees de originele uitspraak hier.

Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.

ADVERTISEMENT
ShareSendSend
Previous Post

ECLI:NL:GHAMS:2025:2309 belastingrecht WOZ-waarde hoger beroep Gerechtshof Amsterdam

Next Post

ECLI:NL:RBDHA:2025:15722 bestuurlijke boete voor verhuur zonder vergunning

Gerelateerde uitspraken>>>

Rechtsgeldigheid VvE besluit

ECLI:NL:RBDHA:2025:15847 Nakoming koopovereenkomst en wijziging splitsingsakte betwist

08/09/2025
Rechtsgeldigheid VvE besluit

ECLI:NL:RBAMS:2025:6095 appartementenrecht; verdeelsleutel hek en tuinhuis binnenplaats

05/09/2025
Rechtsgeldigheid VvE besluit

ECLI:NL:RBDHA:2025:15722 bestuurlijke boete voor verhuur zonder vergunning

05/09/2025

VvErechtspraak.nl

  • Contact
  • Over ons

Bezoek ook eens

Nederlandvve

Alle rechten onder voorbehoud © 2025 VvE Rechtspraak.

Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte

Alle rechten onder voorbehoud © 2025 VvE Rechtspraak.