De zaak in het kort
In deze zaak stonden burenrechtelijke kwesties centraal, waarbij de appellant in hoger beroep procedeerde tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. De kern van het geschil betrof de plaatsing van dakramen door de appellant, binnen twee meter van de erfgrens van de geïntimeerden. De vraag was of deze dakramen in strijd waren met artikel 5:50 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW), dat regels stelt over vensters en andere openingen op naburige erven. Het gerechtshof Amsterdam bevestigde het oordeel van de rechtbank dat de dakramen inderdaad in strijd waren met dit artikel, waardoor de appellant verplicht werd de ramen ondoorzichtig te maken en vast te zetten.
Het verloop van het proces en de feiten
De appellant, eigenaar van een pand in Amsterdam, had in december 2021 twee dakramen laten plaatsen in het zadeldak van zijn pand, dat grenst aan het erf van de geïntimeerden. De geïntimeerden, die sinds juli 2021 eigenaar waren van een naastgelegen maisonnette, maakten bezwaar tegen de plaatsing van deze ramen. Zij vreesden voor een inbreuk op hun privacy, aangezien het platte dak waarvan zij gebruikmaakten als erf kon worden beschouwd.
De appellant had eerder een omgevingsvergunning aangevraagd en verkregen voor de bouwkundige splitsing van zijn pand in vier zelfstandige woningen. In de vergunning werd echter gewezen op de noodzaak om te voldoen aan de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek, met name die over de rechten en plichten van buren. Ondanks deze waarschuwing was er geen overleg geweest met de geïntimeerden over de plaatsing van de dakramen.
Nadat gesprekken en correspondentie tussen beide partijen geen resultaat hadden opgeleverd, schakelden de geïntimeerden een advocaat in. Deze sommeerde de appellant om de ramen binnen veertien dagen ondoorzichtig te maken en vast te zetten, maar de appellant gaf hier geen gehoor aan.
In eerste aanleg had de rechtbank de subsidiaire vorderingen van de geïntimeerden toegewezen, waardoor de appellant verplicht werd de ramen vast te zetten en te voorzien van melkglas, op straffe van een dwangsom. De appellant ging in hoger beroep tegen deze beslissing.
De beslissing van de rechtbank
Het gerechtshof Amsterdam heeft de beoordeling van de rechtbank bevestigd en de grieven van de appellant afgewezen. De rechtbank had geoordeeld dat het platte dak van de geïntimeerden als erf moest worden aangemerkt en dat de plaatsing van de dakramen binnen twee meter van de erfgrens zonder toestemming van de geïntimeerden in strijd was met artikel 5:50 lid 1 BW. Dit artikel beperkt de mogelijkheid van uitzicht op naburige erven en vereist dat vensters binnen de genoemde afstand ondoorzichtig en vastgezet zijn, tenzij er toestemming is van de naburige eigenaar.
De appellant betoogde dat de situatie vergelijkbaar was met de uitzondering in artikel 5:50 lid 2 BW, dat uitzicht binnen twee meter op een muur toestaat. Echter, het hof oordeelde dat deze uitzondering niet van toepassing was omdat de geïntimeerden regelmatig gebruik maakten van het dak en er een toegangsmogelijkheid was via een dakhuisje.
Het hof benadrukte dat de appellant had kunnen weten dat de geïntimeerden het dak gebruikten en dat het op zijn weg had gelegen om beter onderzoek te doen naar de rechten en gebruiken van het naburige erf. Het hof achtte de argumenten van de appellant, zoals de gestelde illegale status van het dakhuisje en de vermeende toestemming van de VvE die de geïntimeerden nodig zouden hebben, onvoldoende om de plaatsing van de ramen te rechtvaardigen.
Uiteindelijk bekrachtigde het hof het vonnis van de rechtbank, veroordeelde de appellant in de proceskosten van het hoger beroep, en wees het bewijsaanbod van de appellant af omdat er geen concrete, mogelijk beslissende stellingen waren ingebracht.
Deze uitspraak benadrukt de noodzaak voor eigenaars om bij bouwplannen zorgvuldig de wettelijke bepalingen in acht te nemen en, indien van toepassing, overleg te voeren met naburige eigenaren om conflicten te vermijden. Het arrest laat zien dat de bescherming van privacy en de rechten van naburige eigenaren zwaar wegen in het burenrecht.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.