De zaak in het kort
In deze zaak buigt het Gerechtshof Amsterdam zich over een geschil tussen Stichting De Alliantie en de Vereniging van Eigenaars van het complex VOC Cour aan de Westerdoksdijk te Amsterdam (hierna: de VvE). Het geschil draait om schade die zou zijn veroorzaakt door lekkages in het gebouw Duyfken, onderdeel van het complex. De Alliantie is van mening dat deze schade is ontstaan door gebrekkige afwatering van het Courdek en eventuele gebreken aan de dakconstructie, en heeft hiervoor een schadevergoeding gevorderd van € 284.903,15. Het hof heeft een deskundigenonderzoek bevolen om de precieze oorzaken van de lekkages en de omvang van de schade vast te stellen.
Het verloop van het proces en de feiten
De procedure in hoger beroep heeft geleid tot een tussenarrest op 8 april 2025, waarin het hof heeft vastgesteld dat deskundige voorlichting nodig is om te bepalen of de afwatering en constructie van het Courdek de door De Alliantie gestelde schade hebben veroorzaakt. Beide partijen, De Alliantie en de VvE, kregen de gelegenheid om zich uit te laten over het aantal en de deskundigheid van de te benoemen deskundige(n) en over de gestelde vragen. De vragen zijn bedoeld om te verduidelijken of de lekkages in de appartementen van gebouw Duyfken zijn veroorzaakt door problemen met de afwatering of de dakconstructie, en om de juistheid van de gevorderde schadevergoeding te beoordelen.
De VvE heeft enkele voorstellen voor wijziging van de conceptvragen gedaan, terwijl De Alliantie een extra vraag wilde toevoegen. Het hof heeft besloten om een deel van de voorstellen over te nemen, met name de aanvulling van de eerste vraag betreffende de mogelijke gebreken aan de dakconstructie. Tevens heeft het hof de vraag over de schadevergoeding aangepast zodat de deskundige, voor zover binnen zijn expertise, ook andere kostenposten kan beoordelen.
De beslissing van de rechtbank
Het hof heeft besloten dat het deskundigenonderzoek zal worden uitgevoerd door één deskundige, [naam 2], verbonden aan Bureau voor Bouwpathologie. Deze deskundige is bereid gevonden om de onderzoeksvragen te beantwoorden en heeft geen belangenverstrengeling met de partijen. Het hof heeft bepaald dat de deskundige bij zijn onderzoek de betrokken partijen de gelegenheid moet geven om opmerkingen te maken en verzoeken te doen, zoals voorgeschreven in artikel 190 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv).
Het voorschot voor de kosten van de deskundige, begroot op € 17.315,00 inclusief btw, komt ten laste van De Alliantie als eisende partij. Het hof verwacht dat de deskundige binnen drie maanden na betaling van het voorschot zijn rapport zal inleveren, uiterlijk op 3 maart 2026.
Na de indiening van het deskundigenrapport krijgen beide partijen de gelegenheid om hierop te reageren. Het hof houdt verdere beslissingen aan totdat het deskundigenbericht is ontvangen en de partijen hun standpunten nader hebben toegelicht. De zaak is hiermee verwezen naar de rol van 3 maart 2026 voor het deskundigenbericht.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.




