VvErechtspraak.nl
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
VvErechtspraak.nl
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten

ECLI:NL:GHAMS:2025:478 WOZ-waarde hoger beroep woning Amsterdam

by VvERechstpraak.nl
26/06/2025
Reading Time: 2 mins read
A A
0

De zaak in het kort

Bij het Gerechtshof Amsterdam speelde een hoger beroep over de vastgestelde WOZ-waarde van een bovenwoning. De oorspronkelijke WOZ-waarde was vastgesteld op € 582.000, maar na bezwaar werd deze verlaagd naar € 539.500. De eigenaar van de woning, hierna belanghebbende genoemd, vond deze waarde nog steeds te hoog en ging in beroep. De rechtbank Amsterdam had eerder geoordeeld dat de waarde juist was vastgesteld, en de belanghebbende ging hiertegen in hoger beroep bij het Gerechtshof Amsterdam.

Gerelateerde uitspraken

ECLI:NL:RBAMS:2025:4420 jeugdstraf voor rol bij ontploffing en mishandeling

ECLI:NL:RVS:2025:3139 vereniging van eigenaars verliest bezwaar bestemmingsplan

ECLI:NL:GHAMS:2025:1785 heffing WOZ-waarde woning gerechtvaardigd

Het verloop van het proces en de feiten

De heffingsambtenaar van de gemeente [Z] had de WOZ-waarde van de woning per waardepeildatum 1 januari 2014 vastgesteld. Na bezwaar werd deze waarde al verlaagd, maar de belanghebbende was het niet eens met de nieuwe waarde en startte een beroepsprocedure bij de rechtbank, die het beroep ongegrond verklaarde. De belanghebbende ging vervolgens in hoger beroep.

Tijdens de zitting bij het Gerechtshof werd besproken dat de oppervlakte van de woning volgens de belanghebbende kleiner was dan door de heffingsambtenaar werd aangenomen. De belanghebbende voerde aan dat de oppervlakte 121 m² was volgens een meetinstructie uit 2013, terwijl de heffingsambtenaar de oppervlakte had vastgesteld op 141 m² op basis van de NEN-norm. Ook was er discussie over de bouwkundige staat van de woning en de invloed daarvan op de WOZ-waarde.

Verder kwamen meerdere aspecten van de waardebepaling aan bod, zoals de erfpachtcorrectie, de vergelijkingsmethode die door de heffingsambtenaar werd gebruikt, en de toepassing van spreidingscoëfficiënten en de afnemende meerwaarde. De belanghebbende betoogde dat de heffingsambtenaar niet transparant was geweest over de gebruikte referentieobjecten en dat dit in strijd was met het ‘black box’-arrest van de Hoge Raad.

De beslissing van de rechtbank.

Het Gerechtshof Amsterdam oordeelde dat de heffingsambtenaar de WOZ-waarde voldoende aannemelijk heeft gemaakt. Het hof vond dat de meetinstructies correct waren toegepast en dat de oppervlakte van de woning terecht op 144 m² was vastgesteld, conform de meetinstructie van 2019. Het hof wees de argumenten van de belanghebbende over de erfpachtcorrectie en de toepassing van de vergelijkingsmethode af.

Het hof bevestigde de uitspraak van de rechtbank dat de heffingsambtenaar de waarde van de woning niet te hoog had vastgesteld en dat er geen sprake was van schending van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Het hoger beroep van de belanghebbende werd daarom ongegrond verklaard. Er waren geen gronden voor een kostenveroordeling ten laste van de gemeente.

De belanghebbende kan tegen deze uitspraak nog in cassatie gaan bij de Hoge Raad der Nederlanden. Het hof gaf aan dat de proceskosten niet vergoed zouden worden, en dat de uitspraak van de rechtbank werd bevestigd. De uitspraak werd in het openbaar uitgesproken op 23 januari 2025.

ADVERTISEMENT

Lees de originele uitspraak hier.

Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.

ShareSendSend
Previous Post

ECLI:NL:RBAMS:2025:1476 Overheidsaansprakelijkheid voor wateroverlast VvE’s afgewezen

Next Post

ECLI:NL:RBMNE:2025:987 geschil over erfdienstbaarheid en privacy

Gerelateerde uitspraken>>>

Bestemming van het appartement

ECLI:NL:RBAMS:2025:4420 jeugdstraf voor rol bij ontploffing en mishandeling

12/07/2025
Bestemming van het appartement

ECLI:NL:RVS:2025:3139 vereniging van eigenaars verliest bezwaar bestemmingsplan

12/07/2025
Bestemming van het appartement

ECLI:NL:GHAMS:2025:1785 heffing WOZ-waarde woning gerechtvaardigd

12/07/2025

VvErechtspraak.nl

  • Contact
  • Over ons

Bezoek ook eens

Alle rechten onder voorbehoud © 2025 VvE Rechtspraak.

Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte

Alle rechten onder voorbehoud © 2025 VvE Rechtspraak.