De zaak in het kort
In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden zich gebogen over een geschil tussen een appartementseigenaar, aangeduid als [appellante], en de Vereniging van Eigenaars (VvE) van haar appartementencomplex. Het centrale vraagstuk was de bevoegdheid van de kantonrechter om kennis te nemen van een geschil dat volgens de splitsingsakte door scheidslieden moest worden beslecht. De kantonrechter had zich eerder bevoegd verklaard, maar het hof heeft dat vonnis vernietigd, en de kantonrechter onbevoegd verklaard.
Het verloop van het proces en de feiten
Het eigendom van het appartementencomplex is in appartementsrechten gesplitst, en in de splitsingsakte is een geschillenregeling opgenomen (artikel 46). Deze regeling bepaalt dat geschillen tussen appartementseigenaars en de VvE door drie scheidslieden moeten worden beslecht. Wanneer partijen het niet eens kunnen worden over de scheidslieden, kan de kantonrechter te Nijmegen hen benoemen.
Na een verbouwing in juli 2020 ontstond een geschil tussen [appellante] en de VvE, die vervolgens [appellante] op 10 december 2021 dagvaardde en het geschil voorlegde aan de kantonrechter in Nijmegen. [appellante] voerde aan dat de kantonrechter niet bevoegd was vanwege de geschillenregeling in de splitsingsakte en stelde een incidentele vordering in. De kantonrechter wees deze vordering af in een vonnis van 20 mei 2022, en in een tussenvonnis van 29 juli 2022 werd hoger beroep toegestaan.
De beslissing van de rechtbank.
Het hof vernietigde het vonnis van de kantonrechter en verklaarde dat deze niet bevoegd was om het geschil te behandelen. Het hof baseerde zijn oordeel op de uitleg van artikel 46 van de splitsingsakte. Het hof oordeelde dat de akte duidelijk maakt dat geschillen door scheidslieden moeten worden beslecht, en dat de kantonrechter alleen bevoegd is om deze scheidslieden te benoemen als partijen daar zelf niet uitkomen.
Het hof wees erop dat zowel [appellante] als de VvE gebonden zijn aan de splitsingsakte, en daarmee ook aan de geschillenregeling. De VvE voerde aan dat de regeling niet ondubbelzinnig was en dat de kantonrechter bevoegd was indien er geen overeenstemming was over de scheidslieden. Het hof verwierp dit verweer en benadrukte dat de kantonrechter alleen een rol heeft bij de benoeming van scheidslieden.
Daarnaast betoogde de VvE dat het in strijd zou zijn met een zwaarwegend openbaar belang als de overige appartementseigenaren geen kennis konden nemen van de uitkomst van het geschil. Het hof vond dat onvoldoende onderbouwd en wees ook de redelijkheid- en billijkheidsverweren af. De VvE werd veroordeeld in de proceskosten van [appellante] in beide instanties. Het hof verklaarde zijn arrest uitvoerbaar bij voorraad.
Deze uitspraak benadrukt het belang van duidelijke afspraken in splitsingsakten en de gebondenheid van partijen aan dergelijke akten. Het hof heeft de autonomie van de scheidslieden in geschillen binnen een VvE-structuur bevestigd, behalve in gevallen waar scheidslieden benoemd moeten worden.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.