De zaak in het kort
In deze zaak beoordeelde het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden een conflict tussen een woningbouwvereniging, Thús Wonen, en een ondernemer die een restaurant exploiteert binnen hetzelfde pand. Het pand was gesplitst in twee appartementsrechten: één voor de wooneenheden die Thús Wonen verhuurt, en één voor het restaurant van de ondernemer. Het conflict spitste zich toe op het gebruik van een gang die tot het appartementsrecht van Thús Wonen behoort. De ondernemer gebruikte deze gang voor verschillende doeleinden, zoals toegang tot de brievenbus, het uitvoeren van onderhoud aan een airco, en het brengen van afval naar een container. Thús Wonen wilde echter beperkingen opleggen aan dit gebruik. Het hof oordeelde dat Thús Wonen misbruik maakte van haar recht door de ondernemer te beletten de gang voor deze specifieke doeleinden te gebruiken. Voor andere doeleinden, zoals bevoorrading en maaltijdbestellingen, mocht Thús Wonen het gebruik wel beperken.
Het verloop van het proces en de feiten
De procedure begon met een vonnis van de rechtbank Noord-Nederland, waar Thús Wonen grotendeels in het gelijk werd gesteld. De ondernemer, aangeduid als [naam1], werd veroordeeld om geen toegang meer te verschaffen tot de gang, op straffe van een dwangsom, behalve in gevallen van nood zoals vastgelegd in artikel 5:56 BW. Ook moest [naam1] het terrasmeubilair en de camera’s uit de gang verwijderen. De ondernemer ging in hoger beroep tegen deze beslissingen.
In hoger beroep voerde de ondernemer aan dat Thús Wonen haar recht als eigenaar van het appartementsrecht misbruikte door de ondernemer te beletten de gang te gebruiken. Het hof beoordeelde eerst de splitsingsakte die in 2011 was opgesteld, waarin de gang tot het appartementsrecht van Thús Wonen werd gerekend. De ondernemer gebruikte de gang onder meer om de brievenbus te legen, onderhoud aan de airco uit te voeren, en toegang te krijgen tot werkkasten.
Tijdens een plaatsopneming door het hof werd vastgesteld dat de gang breed genoeg was om personen te laten passeren, en dat het gebruik door de ondernemer geen significante hinder veroorzaakte voor de huurders van de wooneenheden. Bovendien had de ondernemer geen alternatieve route om bij de brievenbus, airco, en werkkasten te komen.
De beslissing van de rechtbank.
Het hof oordeelde dat Thús Wonen door de ondernemer te beletten deze beperkte vormen van gebruik te maken, misbruik maakte van haar recht. Het belang van de ondernemer bij het gebruik van de gang voor deze doeleinden woog zwaarder dan het belang van Thús Wonen om de gang exclusief voor haar huurders te houden. Het hof besloot daarom dat de ondernemer de gang mocht gebruiken om bij de brievenbus, airco, en werkkasten te komen, evenals voor het brengen van afval naar de container.
Voor het gebruik van de gang voor bevoorrading vanuit een nabijgelegen garage en voor de bezorgers van maaltijden, oordeelde het hof echter anders. Er waren alternatieve routes beschikbaar, en de bezorgdienst was een nieuwe ontwikkeling die niet in de oorspronkelijke afspraken was voorzien. Thús Wonen mocht het gebruik van de gang voor deze doeleinden dus wel beperken.
Ten aanzien van de nooddeur tussen de keuken van het restaurant en de gang, oordeelde het hof dat deze alleen geopend mocht worden in geval van nood of voor de specifieke toegestane doeleinden. De deur moest verder gesloten blijven om eventuele overlast te voorkomen.
Het hof vernietigde gedeeltelijk het vonnis van de rechtbank en herformuleerde de veroordelingen. De ondernemer werd nog steeds veroordeeld om zich niet langer toegang te verschaffen tot de gang, behoudens de toegestane gevallen, en de nooddeur gesloten te houden buiten die gevallen. Thús Wonen werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten in hoger beroep, omdat de ondernemer grotendeels in het gelijk was gesteld. De dwangsommen die door de rechtbank waren vastgesteld, bleven van kracht.
Deze uitspraak biedt inzicht in de balans tussen de rechten van appartementseigenaren en de verplichtingen die zij hebben ten opzichte van andere eigenaren in gesplitste panden. Het hof benadrukte het belang van een redelijke en billijke uitoefening van eigendomsrechten binnen de context van een gedeeld gebouw.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.