De zaak in het kort
In deze zaak stond de vaststelling van de WOZ-waarde van een woning centraal. De belanghebbende, wonend op het betreffende adres, had bezwaar gemaakt tegen de door de heffingsambtenaar vastgestelde waarde van zijn woning. Deze waarde was vastgesteld op basis van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) per 1 januari 2021 voor het jaar 2022. De belanghebbende was van mening dat de waarde te hoog was vastgesteld en dat hij onvoldoende informatie had gekregen om deze vaststelling te controleren. Na een ongegrond verklaard beroep bij de Rechtbank Midden-Nederland, had de belanghebbende hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.
Het verloop van het proces en de feiten
De heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht had de waarde van de woning van de belanghebbende vastgesteld op €534.000. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen deze beschikking en de daaruit voortvloeiende aanslag onroerendezaakbelasting. Het bezwaar werd echter verworpen, waarna de belanghebbende in beroep ging bij de Rechtbank Midden-Nederland. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, wat de belanghebbende ertoe bracht hoger beroep in te stellen bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.
Tijdens het hoger beroep werd de behandeling van de zaak voortgezet op 11 maart 2025. De belanghebbende werd vertegenwoordigd door een gemachtigde, terwijl de heffingsambtenaar, bijgestaan door een taxateur, eveneens aanwezig was. De woning in kwestie was een in 1919 gebouwde eindwoning van een blok rijtjeswoningen met een gebruiksoppervlakte van 100 m², een kaveloppervlakte van 138 m² en een garage van 68 m².
Belanghebbende had bij de heffingsambtenaar verzocht om uitgebreide informatie over de waardebepaling, zoals het inzicht in de KOUDV-factoren (kwaliteit, onderhoud, uitstraling, doelmatigheid en voorzieningen) en andere waarderingsgegevens. De heffingsambtenaar had deels aan deze verzoeken voldaan, maar kon niet alle gevraagde gegevens verstrekken. Dit leidde tot de stelling van de belanghebbende dat de heffingsambtenaar de toezendplicht van artikel 40, lid 2, van de Wet WOZ had geschonden.
De beslissing van de rechtbank
Het Hof beoordeelde allereerst de vraag of de heffingsambtenaar de toezendplicht had geschonden. Volgens artikel 40, lid 2, van de Wet WOZ moet de heffingsambtenaar bepaalde gegevens verstrekken, indien hier voldoende specifiek om wordt verzocht. Het Hof oordeelde dat de heffingsambtenaar destijds niet beschikte over de gevraagde gegevens met betrekking tot de KOUDV-correcties en de KOUDV-factoren die als zodanig in artikel 40, lid 2, waren bedoeld. De kennis en ervaring van de taxateur vielen daar niet onder. Daarom was er geen sprake van schending van de toezendplicht.
Verder stelde het Hof vast dat de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar, die gebaseerd was op verkoopcijfers van vergelijkbare objecten, voldoende was gemotiveerd. De belanghebbende had betoogd dat de referentieobjecten niet adequaat waren, maar het Hof oordeelde dat de gebruikte referenties toereikend waren en dat de heffingsambtenaar zijn standpunt voldoende had onderbouwd.
Het Hof was het eens met de Rechtbank dat de waarde van de woning niet te hoog was vastgesteld. De taxatiematrix en de toelichting daarop hadden de juistheid van de vastgestelde waarde voldoende aannemelijk gemaakt. De belanghebbende had in hoger beroep geen overtuigende argumenten aangevoerd om dit oordeel te weerleggen.
Uiteindelijk verklaarde het Hof het hoger beroep ongegrond. Er was geen aanleiding voor een vergoeding van het griffierecht of een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak van de Rechtbank werd bevestigd door het Hof.
De belanghebbende en de heffingsambtenaar kregen nog de mogelijkheid om binnen zes weken na de verzenddatum van de uitspraak beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden. Dit beroep kan digitaal ingediend worden, waarbij aan bepaalde formele eisen moet worden voldaan, zoals het bijvoegen van een afschrift van de uitspraak en het vermelden van de gronden van het cassatieberoep.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.