VvErechtspraak.nl
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
VvErechtspraak.nl
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten

ECLI:NL:GHARL:2025:2864 gerechtshof bevestigt WOZ-waardevaststelling woning

by VvERechstpraak.nl
26/06/2025
Reading Time: 2 mins read
A A
0

De zaak in het kort

In deze zaak gaat het om een hoger beroep bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, waar de belanghebbende bezwaar maakt tegen de vastgestelde waarde van zijn woning op basis van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). De heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht had de waarde van de woning van de belanghebbende vastgesteld op € 534.000 voor het jaar 2022. De belanghebbende vond deze taxatie te hoog en tekende bezwaar aan tegen de aanslag onroerendezaakbelasting. Na afwijzing van het bezwaar en een ongegrondverklaring door de rechtbank, ging de belanghebbende in hoger beroep.

Gerelateerde uitspraken

ECLI:NL:RBAMS:2025:4420 jeugdstraf voor rol bij ontploffing en mishandeling

ECLI:NL:RVS:2025:3139 vereniging van eigenaars verliest bezwaar bestemmingsplan

ECLI:NL:GHAMS:2025:1785 heffing WOZ-waarde woning gerechtvaardigd

Het verloop van het proces en de feiten

De woning van de belanghebbende is een eindwoning uit 1919, met een gebruiksoppervlakte van 100 m², een kaveloppervlakte van 138 m² en een garage van 68 m². De heffingsambtenaar stelde de WOZ-waarde vast op basis van vergelijkingsobjecten en een taxatiematrix. De belanghebbende had diverse verzoeken gedaan om inzicht te krijgen in de gebruikte gegevens voor de waardevaststelling, zoals de KOUDV-factoren (kwaliteit, onderhoud, uitstraling, doelmatigheid en voorzieningen), de grondstaffel en het indexeringspercentage, maar was van mening dat de verstrekte informatie onvoldoende was om de taxatie te controleren.

Tijdens de hoorzitting op 11 maart 2025 werden vertegenwoordigers van zowel de belanghebbende als de heffingsambtenaar gehoord. De heffingsambtenaar legde uit hoe de WOZ-waarde tot stand was gekomen en gaf inzicht in de methodologie en vergelijkingsobjecten die waren gebruikt. De belanghebbende was echter van mening dat bepaalde gegevens, zoals de KOUDV-correcties en detailinformatie over de referentiepanden, niet voldoende waren verstrekt, wat volgens hem in strijd was met artikel 40, lid 2, van de Wet WOZ.

De beslissing van de rechtbank

Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden oordeelde dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de bevoegdheid van de vertegenwoordiger van de belanghebbende om hoger beroep in te stellen. Vervolgens behandelde het hof de stelling van de belanghebbende dat de toezendplicht van artikel 40, lid 2, van de Wet WOZ was geschonden. Het hof stelde vast dat de heffingsambtenaar tijdens het hoorgesprek voldoende inzicht had gegeven in de wijze waarop de WOZ-waarde was vastgesteld. Omdat de heffingsambtenaar niet over specifieke gegevens beschikte die onder de verantwoordelijkheid van een taxateur vielen, achtte het hof artikel 40, lid 2, niet geschonden.

Daarnaast oordeelde het hof dat de motivering van de uitspraak op bezwaar deugdelijk was. De heffingsambtenaar had de waarde onderbouwd met verkoopcijfers van andere panden, waarvan een deel ook in de beroepsfase was aangeleverd. Het hof achtte de informatie over de contractdata van de referentiepanden, die in de beroepsfase was verstrekt, niet schadelijk voor de procespositie van de belanghebbende.

Tot slot bevestigde het hof de uitspraak van de rechtbank dat de heffingsambtenaar aannemelijk had gemaakt dat de waarde van de woning niet te hoog was vastgesteld. Het hof oordeelde dat de belanghebbende onvoldoende had gemotiveerd waarom de rechtbank tot een onjuist oordeel zou zijn gekomen.

De slotsom was dat het hoger beroep ongegrond werd verklaard. Er was geen aanleiding voor een vergoeding van het griffierecht of proceskosten. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd door het hof. De uitspraak is op 7 mei 2025 openbaar uitgesproken en kan binnen zes weken door beide partijen worden voorgelegd aan de Hoge Raad der Nederlanden voor een cassatieberoep.

ADVERTISEMENT

Lees de originele uitspraak hier.

Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.

ShareSendSend
Previous Post

ECLI:NL:GHARL:2025:2865 belastingrechtelijk geschil over toezendplicht gegevens Wet WOZ

Next Post

ECLI:NL:RBMNE:2025:2091 afwijzing vorderingen in VvE-conflict vanwege onjuiste juridische route

Gerelateerde uitspraken>>>

Bestemming van het appartement

ECLI:NL:RBAMS:2025:4420 jeugdstraf voor rol bij ontploffing en mishandeling

12/07/2025
Bestemming van het appartement

ECLI:NL:RVS:2025:3139 vereniging van eigenaars verliest bezwaar bestemmingsplan

12/07/2025
Bestemming van het appartement

ECLI:NL:GHAMS:2025:1785 heffing WOZ-waarde woning gerechtvaardigd

12/07/2025

VvErechtspraak.nl

  • Contact
  • Over ons

Bezoek ook eens

Alle rechten onder voorbehoud © 2025 VvE Rechtspraak.

Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte

Alle rechten onder voorbehoud © 2025 VvE Rechtspraak.