De zaak in het kort
Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft in hoger beroep een beslissing genomen over de besluiten van de Vereniging van Eigenaars (VvE) van Bungalowpark De Egelshoek I. De VvE had toestemming gegeven aan Egelshoek Park B.V. om bij twee nieuw te bouwen bungalows af te wijken van het Bouwreglement. Het hof oordeelde dat deze besluiten in strijd waren met de redelijkheid en billijkheid en heeft ze vernietigd. De B.V. had haar eigen belang van snelle nieuwbouw voorrang gegeven boven de procedureregels die binnen de VvE gelden ter bescherming van de eigenaarsbelangen van alle leden.
Het verloop van het proces en de feiten
De zaak begon toen [appellanten], mede-eigenaars van het bungalowpark, bezwaar maakten tegen het besluit van de VvE dat de B.V. toestemming verleende om af te wijken van het Bouwreglement voor de bouw van twee bungalows. De [appellanten] voerden aan dat het besluit in strijd was met de splitsingsakte en de redelijkheid. Ze vroegen de kantonrechter om het besluit nietig te verklaren of te vernietigen. Deze verzoeken werden aanvankelijk afgewezen door de kantonrechter in de rechtbank Midden-Nederland.
In hoger beroep voerden de [appellanten] aan dat de B.V. misbruik maakte van haar meerderheidsstem binnen de VvE en geen rekening hield met de belangen van andere appartementseigenaars. De B.V. had haar plannen niet aan de bouwcommissie voorgelegd, zoals vereist, en ging door met de bouw zonder de noodzakelijke procedures te volgen. De B.V. stemde als enige voor de besluiten van 6 maart 2023, waarbij de bungalows in afwijking van het bouwreglement werden geplaatst.
De beslissing van de rechtbank
Het gerechtshof oordeelde dat de [appellanten] wel degelijk belang hadden bij hun verzoek, ongeacht of zij zelf direct zicht hadden op de nieuw gebouwde bungalows. De [appellanten] waren mede-eigenaars van het park en hadden daarom rechten volgens de wet en de regels die binnen de VvE gelden. Het hof stelde vast dat de besluiten van de VvE in strijd waren met de redelijkheid en billijkheid zoals vereist door de artikelen 2:15 en 2:8 van het Burgerlijk Wetboek. Het hof benadrukte dat de B.V., ondanks haar meerderheidsstem, zich had moeten houden aan de reglementaire procedures en de belangen van alle leden had moeten afwegen.
Het hof vernietigde de bestreden beschikking van de kantonrechter en de besluiten van de VvE van 6 maart 2023 voor zover die afweken van het Bouwreglement. De VvE werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten van de [appellanten] in hoger beroep, terwijl de B.V. haar eigen kosten moest dragen. Het hof bekrachtigde dat iedere partij de eigen kosten van de procedure bij de kantonrechter moest dragen.
Het hof benadrukte dat de VvE, en in het bijzonder de B.V. met haar meerderheidsstem, zich in de toekomst moeten gedragen naar wat door de redelijkheid en billijkheid wordt vereist. Pas na een afweging van alle betrokken belangen en met inachtneming van de geldende regels, kan de VvE tot besluitvorming overgaan.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.