De zaak in het kort
In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden te maken met een geschil tussen een individuele eigenaar van een appartement en de Vereniging van Eigenaars (VvE) van het appartementencomplex. De zaak betreft hoger beroep tegen eerdere vonnissen van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Nederland. Het centrale punt van het geschil is of de technische installaties, waaronder een airconditioning, voldoen aan de veiligheidseisen en geluidsnormen. Beide partijen zijn in hoger beroep gegaan, waarin zij proberen een oplossing te vinden voor hun conflict, mogelijk via technische onderzoeken naar de installaties.
Het verloop van het proces en de feiten
De procedure in hoger beroep is opgestart door [appellante], die eerder als eiseres optrad in de kantonrechter. De VvE fungeert als gedaagde en heeft eveneens voorwaardelijk hoger beroep ingesteld. Het geschil begon met vonnissen van de kantonrechter, waarbij [appellante] en de VvE verschillende standpunten innamen over de installaties in het appartementencomplex.
Tijdens de mondelinge behandeling op 13 december 2024 bij het hof, hebben beide partijen geprobeerd tot een gezamenlijke oplossing te komen. Er zijn afspraken gemaakt voor nader onderzoek naar de technische installatie, waarbij [appellante] de veiligheid van de technische installatie zou onderzoeken en de VvE zou laten nagaan of de airco-installatie voldoet aan de geluidsnormen.
Ondanks deze afspraken slaagden de partijen er niet in om voor 1 april 2025 tot een minnelijke oplossing te komen. Het hof gaf beide partijen daarom de gelegenheid om nadere akten in te dienen, waarin ze hun standpunten verder konden onderbouwen. [appellante] vroeg om de zaak nog enkele maanden aan te houden zodat het onderzoek kon worden voltooid, terwijl de VvE aanvankelijk vroeg om een arrest. Later verzocht de VvE ook om aanhouding totdat het geluidsonderzoek was afgerond.
De beslissing van de rechtbank
Het gerechtshof heeft besloten het proces tijdelijk aan te houden om beide partijen de kans te geven om verder te onderhandelen en eventueel tot een minnelijke schikking te komen op basis van de uitkomsten van de technische onderzoeken. Het hof heeft partijen opgedragen om op 16 september 2025 te rapporteren of er een overeenkomst is bereikt die de zaak kan beëindigen. Als er op die datum geen overeenstemming is, moeten beide partijen tegelijkertijd een akte indienen waarin zij de ontwikkelingen na de mondelinge behandeling beoordelen in het licht van hun respectieve grieven en vorderingen.
Het hof biedt daarmee beide partijen de mogelijkheid om extra bewijsstukken in te dienen die relevant zijn voor de beoordeling van het geschil. Nadat de akten zijn ingediend, krijgen beide partijen opnieuw de gelegenheid om op elkaars standpunten te reageren. Dit proces moet de basis leggen voor een definitieve beslissing, tenzij partijen er alsnog in slagen om het conflict buitengerechtelijk op te lossen.
Het gerechtshof heeft zijn beslissing opgeschort en benadrukt het belang van de technische onderzoeken om de geschillen tussen de partijen op te lossen. Deze onderzoeken kunnen mogelijk de weg banen voor een onderhandelde schikking zonder verdere gerechtelijke tussenkomst. Het hof heeft de zaak op de agenda geplaatst voor 16 september 2025, waarop partijen moeten aangeven of er vooruitgang is geboekt en of de zaak kan worden afgesloten.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.