De zaak in het kort
De zaak draait om een besluit van de Vereniging van Eigenaars (VvE) van een seniorenflat om het gebruiksrecht van een appartement door een huurder, [appellant], te ontzeggen vanwege overlast. [appellant] heeft de kantonrechter gevraagd om dit besluit te vernietigen of nietig te verklaren, maar zonder succes. Hij ging hiertegen in hoger beroep bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat de beslissing van de kantonrechter echter bekrachtigde. Het hof vond dat de VvE in redelijkheid tot het besluit kon komen, gezien het voortdurende overlastgevende gedrag en een ernstig incident waarbij [appellant] een buurman met een mes zou hebben bedreigd.
Het verloop van het proces en de feiten
[appellant] heeft vanaf mei 2021 een appartement in een seniorenflat gehuurd. De VvE had in september 2024 besloten om hem het gebruiksrecht te ontzeggen vanwege aanhoudende overlast. Dit besluit was genomen na verschillende waarschuwingen en een ernstig incident waarbij [appellant] een buurman met een mes bedreigde. De VvE baseerde zich op artikel 27 van het Modelreglement, dat voorziet in de mogelijkheid om een eigenaar of gebruiker het gebruiksrecht te ontzeggen bij herhaaldelijk ongepast gedrag.
In hoger beroep betwistte [appellant] de rechtsgeldigheid van het besluit op verschillende gronden, waaronder de ontvangst van het besluit, het vereiste quorum voor de besluitvorming, en de naleving van de oproepingsprocedure voor de vergadering. [appellant] voerde aan dat de VvE niet correct gehandeld zou hebben, waardoor het besluit vernietigbaar zou zijn. Hij stelde ook dat het besluit disproportioneel was en in strijd met de redelijkheid en billijkheid.
Tijdens de procedure overhandigde [appellant] verschillende stukken, waaronder een gebruikersverklaring waarin hij verklaarde de regels van de VvE te zullen naleven. De VvE had eerder een waarschuwingsbrief gestuurd over zijn gedrag, die hij echter niet zou hebben opgehaald. Het hof nam aan dat de waarschuwing wel correct was aangeboden, maar dat [appellant] deze niet had afgehaald, wat voor zijn eigen risico kwam.
De beslissing van de rechtbank
Het hof bekrachtigde de beslissing van de kantonrechter om het verzoek van [appellant] tot vernietiging van het besluit af te wijzen. De rechtbank achtte het besluit van de VvE niet in strijd met de wet of de statuten en vond dat de VvE alle noodzakelijke stappen had ondernomen volgens het Modelreglement en de wet.
Het hof concludeerde dat de VvE in redelijkheid tot de beslissing kon komen, gezien de ernst van de overlast en het incident met het mes. Het hof vond dat de VvE voldoende rekening had gehouden met de belangen van alle betrokkenen en dat het belang van de VvE en haar leden bij een veilige woonomgeving zwaarder woog dan het belang van [appellant] bij behoud van zijn gebruiksrecht.
Daarnaast wees het hof erop dat het feit dat [appellant] mogelijk problemen zou ondervinden bij het vinden van een nieuwe woning door het ontbreken van een verklaring van goed huurdersgedrag, voor zijn eigen rekening kwam. Dit was een consequentie van zijn gedrag dat tot het ontzeggingsbesluit had geleid.
De veroordeling in de kosten van het hoger beroep bevestigde dat [appellant] als de in het ongelijk gestelde partij moest worden beschouwd. Het hof verklaarde de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de VvE de uitspraak direct kon laten uitvoeren, zelfs als [appellant] in cassatie zou gaan bij de Hoge Raad.
In het geheel vond het hof dat de VvE op correcte wijze en binnen de juridische kaders had gehandeld. Het hof wees alle bezwaren van [appellant] af en bekrachtigde de beschikking van de kantonrechter.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.


