De zaak in het kort
De zaak betreft een geschil tussen een onderhoudsbedrijf, vertegenwoordigd door [appellant], en de gemeente Rotterdam. [Appellant] beweert dat zijn bedrijf hinder ondervindt door diverse werkzaamheden en maatregelen van de gemeente, en houdt de gemeente hiervoor aansprakelijk. De rechtbank had eerder de meeste vorderingen van [appellant] afgewezen, waarop [appellant] in hoger beroep ging. Het gerechtshof Den Haag heeft in deze uitspraak het vonnis van de rechtbank bekrachtigd en [appellant] in het ongelijk gesteld.
Het verloop van het proces en de feiten
[Appellant] is eigenaar van een perceel grond in Rotterdam waar hij een timmermanswerkplaats heeft. Het perceel is omringd door straten en huizenblokken en heeft hoofduitritten naar de [a-straat] en [c-straat]. De gemeente heeft in de loop der jaren diverse hekken geplaatst rondom het perceel om de veiligheid te bevorderen en criminaliteit te voorkomen, wat volgens [appellant] tot problemen heeft geleid.
Daarnaast heeft de gemeente op verschillende tijdstippen werkzaamheden uitgevoerd in de omgeving van het perceel, waaronder het vervangen van rioleringen, herbestrating, en het rooien van bomen. [Appellant] heeft aangegeven dat deze werkzaamheden de bereikbaarheid van zijn bedrijf ernstig hebben belemmerd, wat volgens hem heeft geleid tot bedrijfsverlies.
Ook heeft [appellant] problemen ervaren met het gedrag van een buurtbewoner, [naam 1], die bij de gemeentereiniging werkt. [Appellant] stelt dat [naam 1] en zijn collega’s zich tijdens werktijd op zijn perceel hebben misdragen. Daarnaast klaagt [appellant] over de verkeersmaatregelen die de gemeente heeft getroffen, zoals het instellen van een verkeersluwe zone.
De beslissing van de rechtbank
Het hof heeft de vorderingen van [appellant] in hoger beroep beoordeeld en afgewezen. De belangrijkste overwegingen van het hof zijn als volgt:
1. **Erfdienstbaarheid en gedrag van [naam 1]:** Het hof oordeelt dat de erfdienstbaarheid [naam 1] toestaat om via de uitrit naar zijn achtertuin te gaan, zonder beperkingen in tijd of frequentie. De vermeende misdragingen van [naam 1] en zijn collega’s zijn onvoldoende onderbouwd en er ontbreekt een functioneel verband tussen hun gedragingen en hun werk voor de gemeente. Bovendien heeft de gemeente al stappen ondernomen om het gedrag van [naam 1] aan te pakken.
2. **Hekwerken:** Het hof vindt dat de plaatsing van de hekken, die op grond van derden staan, niet onrechtmatig is jegens [appellant]. Hoewel het verstrekken van sleutels aan omwonenden beter had gekund, is er geen causaal verband tussen deze actie en de door [appellant] ervaren schade.
3. **Werkzaamheden en verkeersmaatregelen:** De werkzaamheden van de gemeente waren rechtmatige overheidsdaden in het algemeen belang. De hinder die [appellant] hierdoor heeft ondervonden, valt onder het normale ondernemersrisico. Het hof wijst op de mogelijkheid om nadeelcompensatie aan te vragen, maar [appellant] heeft daarvan geen gebruikgemaakt.
4. **Kosten onteigeningsdeskundige:** Het hof stelt dat er geen sprake is van gerechtvaardigd vertrouwen in een overeenkomst over bedrijfsverplaatsing, en dat de gemeente geen toezegging heeft gedaan om de kosten van de deskundige te dragen.
5. **Verkeersmaatregelen [d-straat]:** Het hof bevestigt dat het treffen van verkeersmaatregelen een normale maatschappelijke ontwikkeling is. De nadelige gevolgen hiervan moeten in principe voor rekening van betrokkenen blijven.
6. **Overige vorderingen:** Ook de overige vorderingen van [appellant], zoals schadevergoeding, herstel in natura, en het nemen van voorzorgsmaatregelen, worden afgewezen wegens gebrek aan grondslag of voorzienbaarheid.
Tot slot bekrachtigt het hof het vonnis van de rechtbank en veroordeelt [appellant] in de proceskosten van het hoger beroep. De gemeente Rotterdam wordt niet verantwoordelijk gehouden voor de vermeende schade en hinder die [appellant] heeft ondervonden.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.