De zaak in het kort
In deze complexe juridische strijd tussen een man en een vrouw, die ooit een affectieve relatie hadden, behandelt het Gerechtshof Den Haag de vermogensrechtelijke afwikkeling van partijen die informeel samenwoonden en gezamenlijk investeerden in onroerend goed. De kern van het geschil was de verdeling van de eigendommen en het vaststellen van financiële verplichtingen tussen beide partijen. De vrouw had de aankoop en verbouwing van verschillende registergoederen volledig gefinancierd, terwijl beide partijen als mede-eigenaar stonden geregistreerd.
Het hof moest beslissen over een reeks juridische en feitelijke kwesties, waaronder de vermeerdering van eis door de vrouw, de waardering van de registergoederen, en de vraag of er sprake was van een geldlening of een samenwerkingsafspraak tussen de partijen. De vrouw had haar eis vermeerderd en verzocht om de man te veroordelen tot het overdragen van bepaalde eigendommen en de medewerking aan de verdeling van de registergoederen.
Het verloop van het proces en de feiten
Het proces kende een uitgebreid verloop. De man en de vrouw hadden een affectieve relatie waarbij de vrouw aanzienlijke financiële middelen had ingezet voor de aankoop en verbouwing van registergoederen. Er was nooit een formele samenlevings- of samenwerkingsafspraak schriftelijk vastgelegd. De vrouw stelde dat zij geen geld had uitgeleend aan de man, maar dat zij alles gefinancierd had en de man had gehandeld met haar middelen vanwege hun persoonlijke relatie.
Tijdens de mondelinge behandeling werd een deskundigenbericht gepresenteerd, waarin de waarde van de onroerende goederen per 1 januari 2019 werd vastgesteld. De deskundige concludeerde dat de totale waarde van de registergoederen € 3.783.000,- bedroeg. De vrouw verzocht het hof om te beslissen dat de man moest meewerken aan de notariële akte van verdeling. Bovendien had de man de wettelijke rente te betalen over een bedrag van € 876.815,- vanaf 22 mei 2019, de datum waarop de vrouw de opeisbaarheid van haar vordering had aangezegd.
Het hof onderzocht ook of er sprake was van een inconsistente beslissing in het tussenarrest van 23 mei 2023, waarin het had bepaald dat de vrouw geen rente hoefde te ontvangen voor de bedragen die zij aan de man beschikbaar had gesteld. Het hof concludeerde dat er geen sprake was van een geldlening en dat de man niet gerechtigd was om de bedragen zonder terugbetaling te gebruiken.
De beslissing van de rechtbank.
Het gerechtshof Den Haag oordeelde dat de vrouw recht had op toedeling van de registergoederen tegen een waarde van € 3.783.000,-. Beide partijen hadden recht op de helft van de overwaarde, wat neerkomt op een bedrag van € 1.048.705,- per persoon. De vrouw had echter ook een vordering op de man van € 876.815,-, die betrekking had op de door haar gefinancierde aankopen en verbouwingen van de registergoederen.
Het hof bepaalde dat de man binnen 14 dagen na het arrest zijn medewerking moest verlenen aan de notariële akte van verdeling van de registergoederen, zoals opgesteld door de notaris. Indien de man niet zou meewerken, kon een dwangvertegenwoordiger worden benoemd. Het hof wees de vordering van de vrouw met betrekking tot de overdracht van twee horloges af, omdat deze geen verband hield met de vermogensrechtelijke afwikkeling en het proces onnodig zou vertragen.
Het arrest voorzag verder in de compensatie van proceskosten, waarbij elke partij haar eigen kosten moest dragen. Het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 18 november 2020 werd vernietigd, terwijl andere tussenvonnissen niet-ontvankelijk werden verklaard omdat ze niet een definitieve beslissing inhielden.
Deze uitspraak legt de nadruk op de noodzaak van duidelijke afspraken en documentatie bij gezamenlijke financiële investeringen in persoonlijke relaties. Het hof benadrukte dat, bij gebrek aan een formele overeenkomst, de vermogensrechtelijke positie tussen partijen moet worden vastgesteld aan de hand van de algemene vermogensrechtelijke principes. Dit arrest laat zien hoe complex en emotioneel beladen de juridische afwikkeling van informele samenlevingen kan zijn, vooral wanneer aanzienlijke financiële belangen op het spel staan.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.
