De zaak in het kort
In deze zaak gaat het om een geschil tussen een appartementseigenaar, [appellant], en de Vereniging van Eigenaren (VvE) van zijn gebouw over de toegang tot het dak voor noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden. De VvE had vervangende machtigingen verkregen van de kantonrechter om deze toegang te verkrijgen via het appartement van [appellant], die deze toegang weigerde vanwege vermeende veiligheidsproblemen. Het hof verleende vervangende machtigingen voor de reeds goedgekeurde werkzaamheden, maar vernietigde de machtiging voor toekomstige werkzaamheden.
Het verloop van het proces en de feiten
De VvE besloot dat het dak van het appartementencomplex aan onderhoud toe was, onder andere door lekkage. Er was geen vaste valbeveiliging aanwezig, en de VvE wilde deze laten aanbrengen. Voor de werkzaamheden wilde de VvE toegang via het top-appartement van [appellant], maar hij weigerde dit vanwege veiligheidsredenen en stelde dat er alternatieven waren zoals het gebruik van hoogwerkers.
Op 17 maart 2021 besloot de VvE tot de installatie van vaste valbeveiliging en dakonderhoud. Alternatieven zoals een hoogwerker werden verworpen. [appellant] verzette zich tegen de doorgang via zijn appartement en schakelde een veiligheidsbedrijf in. Deze rapporteerde dat werken en vluchten via zijn appartement onveilig was volgens de arbeidsomstandighedenwetgeving. De VvE bleef echter bij haar standpunt en vroeg de kantonrechter om vervangende machtigingen, die grotendeels werden toegekend.
[appellant] ging in hoger beroep tegen de beschikking van de kantonrechter. Hij vond dat er niet voldoende duidelijkheid was over welke werkzaamheden precies uitgevoerd moesten worden en onder welke voorwaarden. Hij voerde aan dat de werkzaamheden niet veilig uitgevoerd konden worden zoals de VvE had gepland.
De beslissing van de rechtbank.
Het hof oordeelde dat de noodzakelijke werkzaamheden aan het dak en de installatie van valbeveiliging voldoende onderbouwd waren door de besluiten van de VvE. Het hof stelde dat de door de VvE gekozen methode, namelijk toegang via het appartement van [appellant] met een geborgde ladder, redelijk was en dat de hinder voor [appellant] beperkt zou zijn. De werklieden zouden alleen doorgang nodig hebben en niet langdurig in zijn appartement verblijven.
De vervangende machtigingen voor de reeds goedgekeurde werkzaamheden werden door het hof in stand gehouden. Het hof vond echter dat de kantonrechter ten onrechte een machtiging voor toekomstige werkzaamheden had verleend, omdat de aard en omvang van die toekomstige werkzaamheden nog niet duidelijk waren. Daarom werd die specifieke machtiging vernietigd.
Het hof veroordeelde [appellant] in de proceskosten, zowel voor de kantonrechter als voor het hoger beroep, aangezien hij grotendeels in het ongelijk was gesteld. De beslissing voorzag in een uitvoerbaarheid bij voorraad, wat betekent dat de VvE direct door kon gaan met de plannen zoals door het hof goedgekeurd.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.




