De zaak in het kort
In de zaak bij het gerechtshof Den Haag draait het om een conflict tussen een Vereniging van Eigenaars (VvE) en de eigenaar van het top-appartement van een appartementencomplex. De VvE heeft besloten om noodzakelijke dakwerkzaamheden uit te voeren en wil hiervoor toegang tot het dak via het appartement van de eigenaar, [appellant]. De eigenaar weigert toegang te verlenen vanwege veiligheidsredenen en het bestaan van alternatieven zoals het gebruik van een steiger of hoogwerkers. De kantonrechter heeft eerder vervangende machtigingen verleend om de werkzaamheden via het appartement van [appellant] uit te voeren. In hoger beroep oordeelt het hof dat de verleende machtigingen voor de huidige werkzaamheden blijven staan, maar vernietigt de machtiging voor toekomstige werkzaamheden.
Het verloop van het proces en de feiten
[appellant] is sinds 2019 eigenaar van het top-appartement in een appartementencomplex dat deel uitmaakt van een VvE. Binnen de VvE zijn er problemen aan het licht gekomen omtrent de onderhoudstoestand van het dak, waaronder lekkages en de afwezigheid van een vaste valbeveiliging. De VvE heeft meerdere keren vergaderd en besloten tot de uitvoering van verschillende correctieve werkzaamheden, waaronder de installatie van vaste valbeveiliging.
Tijdens de VvE-vergadering op 3 mei 2021 werden verschillende voorstellen besproken, waaronder het gebruik van een hoogwerker voor daktoegang, dat echter werd verworpen. [appellant] uitte in een brief aan de VvE bezwaren tegen de veiligheid van de geplande werkzaamheden en benadrukte dat het gebruik van een hoogwerker een veiliger alternatief zou zijn. Een door [appellant] ingeschakeld veiligheidsbedrijf, Vuurrood Veiligheid, rapporteerde dat werken en vluchten via het appartement van [appellant] onveilig zou zijn.
De VvE heeft uiteindelijk besloten dat de noodzakelijke dakwerkzaamheden dienen te worden uitgevoerd, maar [appellant] weigerde zijn medewerking te verlenen. De zaak kwam voor de kantonrechter, die de VvE in het gelijk stelde en vervangende machtigingen verleende voor toegang tot het appartement van [appellant].
De beslissing van de rechtbank
In hoger beroep beoordeelde het gerechtshof Den Haag de bezwaren van [appellant]. Het hof stelde vast dat de VvE legitieme besluiten had genomen over de noodzakelijke dakwerkzaamheden en dat [appellant] verplicht was deze besluiten te respecteren door toegang te verlenen. Het hof vond dat de VvE redelijke maatregelen had genomen om de veiligheid van de werkzaamheden te waarborgen, onder meer door het gebruik van geborgde ladders en mobiele valbeveiliging.
Het hof oordeelde dat de hinder voor [appellant] beperkt zou blijven tot enkele dagen en dat er voldoende maatregelen waren getroffen om eventuele privacy- en veiligheidszorgen te adresseren. Het verwees naar de verplichtingen van eigenaren onder het Modelreglement bij splitsing in appartementsrechten, waarin staat dat eigenaren medewerking moeten verlenen aan besluiten van de VvE, tenzij dit onredelijk zou zijn.
Het hof vernietigde echter de machtiging van de kantonrechter voor toekomstige werkzaamheden. Het oordeelde dat er op dit moment onvoldoende informatie beschikbaar was over de aard en omvang van eventuele toekomstige werkzaamheden om een dergelijke machtiging te rechtvaardigen.
Als gevolg van deze uitspraak blijft de vervangende machtiging voor de huidige werkzaamheden in stand, terwijl de machtiging voor toekomstige werkzaamheden wordt vernietigd. De kosten van het hoger beroep werden toegewezen aan [appellant], omdat hij grotendeels in het ongelijk was gesteld.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.




