De zaak in het kort
Het geschil betreft de zeggenschap binnen een appartementencomplex en of de professionele beheerder, Casa Vastgoedmanagement B.V., deze positie rechtsgeldig bekleedt. De (voormalige) appartementseigenaar, aangeduid als [appellant 2], verloor zowel bij de rechtbank als het gerechtshof in Den Haag. Het hof baseert zijn oordeel op de interpretatie van de splitsingsakte en de wijziging van het splitsingsreglement.
Het verloop van het proces en de feiten
In hoger beroep is [appellant 2] op 7 maart 2024 in beroep gegaan tegen de beschikking van de rechtbank Den Haag van 25 januari 2024. De Hoofd-VvE en Casa dienden een verweerschrift in op 11 juli 2024. De mondelinge behandeling vond plaats op 27 maart 2025. De zaak draait om een in 1970 gesplitst appartementsgebouw, waarin zes appartementsrechten werden gecreëerd. De splitsingsakte van 1970 richtte een Vereniging van Eigenaren (VvE) op, genaamd Hoofd-VvE. Casa fungeert als professioneel bestuurder van deze Hoofd-VvE.
In 2005 vond er een wijziging van het splitsingsreglement plaats op verzoek van de zes appartementseigenaren, waaronder [appellant 2]. Hierbij werden tevens twee subverenigingen opgericht. De kwestie draait om de uitleg van deze aktes en of er naast de Hoofd-VvE daadwerkelijk twee hoofdverenigingen bestaan, zoals door [appellant 2] wordt beweerd. Volgens de notulen van vergaderingen uit 2017 en 2021 zou Casa ontslagen zijn als bestuurder, maar deze besluiten blijken juridisch niet rechtsgeldig.
De beslissing van de rechtbank
Het gerechtshof beoordeelde de vorderingen van [appellant 2] als volgt:
1. **Vordering (i): twee hoofdverenigingen**
Het hof wees deze vordering af. Uit de objectieve uitleg van de splitsingsakte uit 1970 blijkt dat er slechts één VvE is opgericht. De tekst van de akte is duidelijk en duidt op één vereniging. Ook de wijzigingsakte uit 2005 bevestigt het bestaan van één hoofdvereniging en twee subverenigingen.
2. **Vordering (ii): ontslag van Casa op basis van vergaderbesluiten**
De vergaderingen van 2017 en 2021 waren niet bevoegd om Casa te ontslaan als bestuurder van de Hoofd-VvE, aangezien dit vergaderingen van andere entiteiten waren. Hierdoor zijn de besluiten krachteloos.
3. **Vordering (iii): schadevergoeding wegens onrechtmatig bestuurderschap**
Deze vordering werd afgewezen omdat er geen rechtsgeldige ontslagbesluiten waren en de vordering onvoldoende was onderbouwd.
4. **Vordering (iv): vernietiging van notulen van 28 september 2023**
[appellant 2] werd niet-ontvankelijk verklaard omdat het hoger beroep te laat was ingesteld en de vordering onvoldoende was onderbouwd.
Het hof bekrachtigde de beslissing van de rechtbank Den Haag, met een afwijzing van vordering (iii) in plaats van niet-ontvankelijkheid. [appellant 2] werd veroordeeld in de proceskosten van €3.404,-. Het hof gaf [appellant 2] een waarschuwing voor het nodeloos doorprocederen en wees op de mogelijkheid van een zwaardere proceskostenveroordeling bij voortzetting hiervan.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.