De zaak in het kort
In deze zaak stond het Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch voor de vraag of een eerdere uitspraak van de kantonrechter, waarin de ontruiming van een huurder uit zijn woning werd bevolen vanwege ernstige stankoverlast en verwaarlozing, terecht was. De huurder, aangeduid als [appellant], was in beroep gegaan tegen deze uitspraak. De huurder, die sinds 2019 een woning huurde van Stichting Trudo, kreeg te maken met meldingen van ernstige stankoverlast veroorzaakt door urine en uitwerpselen van honden, verwaarlozing van de woonruimte en bedreigingen aan medewerkers van Trudo. Trudo vorderde in kort geding de ontruiming van de woning, hetgeen door de kantonrechter werd toegewezen. [appellant] ging in hoger beroep om deze beslissing ongedaan te maken en toegang te krijgen tot de woning of een vervangende woonruimte.
Het verloop van het proces en de feiten
De huurovereenkomst tussen [appellant] en Trudo begon op 9 mei 2019. Vanaf juli 2021 ontving Trudo klachten over stank- en geluidsoverlast van honden in het gehuurde pand. Diverse huisbezoeken bevestigden dat de woning ernstig vervuild was, met hondenuitwerpselen en een doordringende geur van urine. Er werden afspraken gemaakt met [appellant] om de situatie te verbeteren, maar deze werden niet nageleefd. Ondanks een eenmalige sanering door een schoonmaakbedrijf in december 2021, bleef de overlast bestaan. Omwonenden meldden een aanhoudende stank, waardoor onderhoudswerkzaamheden in het gebouw niet konden plaatsvinden.
In hoger beroep voerde [appellant] aan dat de stankoverlast werd veroorzaakt door een lekkage in een rookgaskanaal en niet door honden. Hij betwistte ook de beschuldigingen van intimidatie en stelde dat hij openstond voor hulpverlening, maar dat deze niet voldoende werd aangeboden. Trudo voerde daarentegen aan dat [appellant] structureel tekort was geschoten in zijn verplichtingen als huurder, wat leidde tot overlast voor de omgeving en gevaar voor de gezondheid.
De beslissing van de rechtbank
Het Gerechtshof bevestigde de uitspraak van de kantonrechter en oordeelde dat de ontruiming van de woning terecht was. Het hof stelde vast dat er voldoende bewijs was voor de ernstige stankoverlast door urine en uitwerpselen van honden in de woning van [appellant]. De getuigenverklaringen van omwonenden, medewerkers van Trudo en externe partijen zoals onderhoudsmonteurs werden als betrouwbaar en consistent beoordeeld. De stankoverlast en verwaarlozing van de woning waren zodanig ernstig dat onmiddellijke ontruiming noodzakelijk was, zonder de uitkomst van een bodemprocedure af te wachten.
Het hof verwierp de argumenten van [appellant] over een lekkage als oorzaak van de stank en zijn bewering dat hij hulpverlening niet had geweigerd. Het oordeelde dat de stankoverlast en verwaarlozing van de woning op zichzelf voldoende reden waren voor de ontruiming. Daarbij werden de persoonlijke omstandigheden van [appellant], zoals het verlies van woonrecht en de gevolgen voor zijn persoonlijke leven, onvoldoende geacht om de beslissing te wijzigen. Het belang van Trudo en de omwonenden om de overlast te beëindigen woog zwaarder.
De kosten van de procedure in hoger beroep werden toegewezen aan Trudo, en de uitspraak van de kantonrechter werd bekrachtigd, wat betekende dat [appellant] de woning moest verlaten en in de proceskosten werd veroordeeld.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.