De zaak in het kort
In deze zaak stond de verhuurder Stichting Trudo tegenover de huurder, aangeduid als [appellant], in hoger beroep bij het Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch. Trudo had in een kort geding de ontruiming van [appellant] geëist vanwege ernstige stankoverlast en verwaarlozing van de gehuurde woning. De kantonrechter had al besloten tot ontruiming, en [appellant] ging hiertegen in hoger beroep. Het hof bekrachtigde echter de eerdere beslissing, waarbij de ontruiming werd gerechtvaardigd door de aanhoudende overlast en de gebrekkige staat waarin de woning verkeerde.
Het verloop van het proces en de feiten
De zaak begon met de huurovereenkomst tussen Trudo en [appellant] op 9 mei 2019. Al snel ontstonden er problemen door stankoverlast en vervuiling van het appartement, met meldingen van omwonenden en bevindingen van Trudo-medewerkers. De problemen werden toegeschreven aan de aanwezigheid van meerdere honden en puppy’s in de woning, die hun behoefte binnenshuis deden. Ondanks meerdere huisbezoeken, afspraken en interventies, inclusief schoonmaakpogingen en hulpaanbiedingen van instanties zoals WIJeindhoven, bleef de situatie ongewijzigd.
Trudo zette uiteindelijk het bijzondere klantenprogramma stop nadat [appellant] verdere samenwerking weigerde. In oktober 2022 werden wederom nieuwe puppy’s aangetroffen, en in 2023 werd de stankoverlast als ondraaglijk gemeld door meerdere buren en zelfs onderhoudspersoneel moest werken in beschermende kleding vanwege de geur. Diverse pogingen om de situatie te verbeteren, waaronder renovatie van rookgaskanalen, werden bemoeilijkt door de stank.
Na herhaalde meldingen en pogingen tot oplossingen zonder resultaat, besloot Trudo juridische stappen te ondernemen om de huurovereenkomst te beëindigen en de woning te ontruimen. [appellant] werd beschuldigd van het niet nakomen van huurverplichtingen, waaronder het juiste onderhoud van de woning en het niet veroorzaken van overlast.
De beslissing van de rechtbank.
Het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter, waarmee de ontruiming van [appellant] werd bevestigd. De rechtbank vond voldoende bewijs voor ernstige stankoverlast en verwaarlozing, voornamelijk door urine en uitwerpselen van de honden. De verklaringen van omwonenden, Trudo-medewerkers en externe partijen waren overtuigend genoeg om aan te nemen dat de overlast niet alleen een risico voor de gezondheid van [appellant] zelf, maar ook voor de woonomgeving vormde.
Grieven van [appellant] dat de stankoverlast door een lekkage in het rookgaskanaal werd veroorzaakt, werden verworpen. Het hof achtte de verklaringen van ernstige urine- en ontlastingsstank doorslaggevend. Daarnaast leidde de bedreiging van Trudo-medewerkers tijdens een poging tot woninginspectie tot verdere veroordeling. Ondanks persoonlijke omstandigheden van [appellant] en het belang van huisvesting, woog het hof de aard en ernst van de overlast zwaarder, waardoor onmiddellijke ontruiming gerechtvaardigd was.
De kosten van de procedure in hoger beroep werden ten laste van [appellant] gelegd, inclusief griffierecht en advocaatkosten, met een totaalbedrag van €3.404, plus rente als niet binnen de gestelde termijn werd betaald. De uitspraak werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, waarmee Trudo de ontruiming kon voortzetten zonder verdere vertragingen door mogelijke toekomstige procedures.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.