De zaak in het kort
Het Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch heeft op 5 december 2024 een uitspraak gedaan betreffende de ondertoezichtstelling van twee jonge kinderen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2], die opgroeien in een kwetsbaar gezin met zeven kinderen. De moeder van de kinderen kampt met fysieke en psychische problemen en is niet in staat gebleken de noodzakelijke medische onderzoeken en hulpverlening voor de kinderen te regelen. De rechtbank heeft eerder een ondertoezichtstelling uitgesproken, die nu door de moeder in hoger beroep is aangevochten. De hogere rechtbank heeft de eerdere beslissing echter bekrachtigd, gezien de ernstige ontwikkelingsbedreigingen voor de kinderen.
Het verloop van het proces en de feiten
De rechtbank Limburg had op 22 mei 2024 een ondertoezichtstelling uitgesproken voor [minderjarige 1] en [minderjarige 2] voor de duur van een jaar. De moeder was het hier niet mee eens en heeft hoger beroep aangetekend. Het hoger beroep werd op 20 augustus 2024 ingediend, waarin de moeder verzocht de eerdere beslissing te vernietigen. De mondelinge behandeling vond plaats op 14 november 2024. Tijdens de behandeling werden diverse partijen gehoord, waaronder de moeder, de Raad voor de Kinderbescherming, de Gecertificeerde Instelling (GI), en de stiefvader van de kinderen.
Het gezin van de moeder bestaat uit zeven kinderen, waarvan [minderjarige 1] en [minderjarige 2] de jongste zijn. De moeder heeft samen met de oma het gezag over de kinderen. De moeder woont samen met de stiefvader, die zelf ook betrokken is in het gezin. Het gezin wordt gekenmerkt door een complexe dynamiek, waarbij de moeder te maken heeft met fysieke en mentale gezondheidsproblemen. De moeder krijgt wekelijks psychologische hulp vanwege het verwerken van miskramen en gebruikt methadon onder medisch toezicht vanwege haar zwangerschap.
De Raad voor de Kinderbescherming heeft zorgen geuit over het welzijn van [minderjarige 1] en [minderjarige 2], gezien het gebrek aan adequate medische zorg en de problematische thuissituatie. Er zijn ook zorgen over schoolverzuim en de ontwikkeling van de kinderen. De raad stelt dat de kinderen niet de noodzakelijke zorg krijgen en dat de moeder onvoldoende in staat is om de bedreigingen in hun ontwikkeling weg te nemen.
De beslissing van de rechtbank.
Het hof heeft, na beoordeling van de situatie, geconcludeerd dat een ondertoezichtstelling noodzakelijk is om de ontwikkelingsbedreigingen voor [minderjarige 1] en [minderjarige 2] af te wenden. Het hof heeft de zorgen van de Raad voor de Kinderbescherming gedeeld en benadrukt dat de huidige vrijwillige hulpverlening onvoldoende waarborgen biedt voor de kinderen. Het gebrek aan zicht op de kinderen door de GI en het risico op verdere ontwikkelingsachterstand hebben bijgedragen aan de beslissing om de ondertoezichtstelling te bekrachtigen.
De moeder heeft in het verleden onvoldoende actie ondernomen naar aanleiding van adviezen van consultatiebureaus en medische instanties, wat heeft geleid tot verdere zorgen over de kinderen. Het hof benadrukt dat de moeder niet in staat is gebleken om op eigen kracht en met vrijwillige hulpverlening de noodzakelijke zorg voor de kinderen te regelen.
De rechtbank heeft de ondertoezichtstelling voor de duur van één jaar gehandhaafd, zodat de GI de regie kan nemen over de noodzakelijke hulpverlening voor de kinderen. Het hof heeft tevens aangegeven dat de GI extra maatregelen moet nemen om voldoende zicht en zorg voor [minderjarige 1] en [minderjarige 2] te garanderen, vooral gezien de complexiteit van het gezin en de aanstaande geboorte van een achtste kind. Deze beslissing is bedoeld om de kinderen te beschermen en hen een veilige en stabiele omgeving te bieden waarin zij zich onbedreigd kunnen ontwikkelen.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.
