De zaak in het kort
In deze zaak heeft het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch geoordeeld dat een notaris zijn zorgplicht niet heeft geschonden in verband met de opstelling van een hypotheekakte. De appellant, [appellant], had een geldlening van €220.000 afgesloten bij [persoon A], waarvoor een recht van hypotheek op zijn onroerende goederen werd gevestigd. Deze lening werd vervolgens doorgeleend aan [persoon B], die het bedrag niet terugbetaalde, waardoor [appellant] zijn verplichting jegens [persoon A] niet kon nakomen. [appellant] stelde de notaris aansprakelijk voor de financiële schade die hij leed, omdat hij meende dat de notaris hem onvoldoende had gewaarschuwd voor de risico’s van de lening en de betekenis van het recht van parate executie. De rechtbank Limburg had eerder in het voordeel van de notaris geoordeeld, en dit vonnis werd in hoger beroep door het gerechtshof bevestigd.
Het verloop van het proces en de feiten
De zaak begon toen [appellant] in december 2008 een geldlening van €220.000 overeenkwam met [persoon A]. Als zekerheid werd een recht van hypotheek op [appellant]’s onroerende zaken gevestigd. Op 8 januari 2009 stuurde kandidaat-notaris [XXX] een concept van de hypotheekakte naar [appellant] met het verzoek een passeerafspraak te maken. De akte werd op 12 januari 2009 verleden. Het geleende bedrag werd door [appellant] doorgeleend aan [persoon B], die het niet terugbetaalde, waardoor [appellant] in de problemen kwam met de terugbetaling aan [persoon A]. Als gevolg daarvan verkocht [appellant] in 2013 zijn onroerende zaken voor een lagere prijs dan hij had gehoopt om aan zijn verplichtingen jegens [persoon A] te voldoen.
In 2017 stelde [appellant] de notaris aansprakelijk, maar de notaris wees deze aansprakelijkheid van de hand. In de daaropvolgende rechtszaak vorderde [appellant] een verklaring voor recht dat de notaris zijn zorgplicht had geschonden en eiste hij schadevergoeding. Hij stelde dat de notaris had moeten doorvragen naar het doel van de lening en hem had moeten waarschuwen voor de risico’s, waaronder die van de parate executie. De rechtbank oordeelde echter dat de notaris voldoende uitleg had gegeven over de hypotheek en dat [appellant] op de hoogte was van de gevolgen van niet-tijdige betaling.
De beslissing van de rechtbank
Bij de beoordeling in hoger beroep bevestigde het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch de bevindingen van de rechtbank Limburg. Het hof oordeelde dat de notaris tijdens de hypotheekbespreking had uitgelegd wat het recht van hypotheek inhield en wat er zou gebeuren bij niet-betaling, namelijk een openbare verkoop van het onderpand. Er was geen bewijs dat de notaris op de hoogte was van de leningsovereenkomst met [persoon B] of dat hij had moeten doorvragen naar de bestemming van de geleende gelden. De notaris was gebonden aan de ministerieplicht om medewerking te verlenen aan de hypotheekakte en zijn zorgplicht strekte zich niet verder uit dan de uitvoering van de tussen [appellant] en [persoon A] gesloten overeenkomst.
Het hof benadrukte dat de zorgplicht van de notaris grenzen kent, vooral wanneer het gaat om de uitvoering van een eerder gesloten overeenkomst waarin de notaris geen partij was. Het is niet de taak van de notaris om te controleren waar het geleende geld aan wordt besteed of om te bepalen of dat verstandig is. De notaris had gehandeld zoals een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot zou doen. Er was geen bewijs dat hij zijn zorgplicht had geschonden.
De vorderingen van [appellant] werden afgewezen, en hij werd veroordeeld in de proceskosten van zowel de eerste aanleg als het hoger beroep. Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank Limburg en bevestigde dat de notaris handelde binnen de grenzen van zijn wettelijke zorgplicht.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.