De zaak in het kort
In deze zaak heeft het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch geoordeeld dat de verkoper van een appartement, [geïntimeerden], schadevergoeding moet betalen aan de koper, [appellanten]. Dit vanwege het niet nakomen van een mededelingsplicht bij de verkoop van het appartement. De verkoper had de koper moeten informeren over een financiële verplichting inzake de lift in het appartementencomplex, die al bekend was bij het sluiten van de koopovereenkomst, maar waarvan de koper niet op de hoogte was gebracht. Het hof oordeelde dat dit een tekortkoming in de nakoming van de koopovereenkomst was, waardoor de koper recht heeft op schadevergoeding.
Het verloop van het proces en de feiten
In september 2017 kocht [appellanten] een appartement van [geïntimeerden]. De koopovereenkomst bevatte de bepaling dat er geen besluiten door de Vereniging van Eigenaren (VvE) waren genomen die zouden leiden tot een aanzienlijke financiële verplichting voor de appartementseigenaren. Echter, in een besluit van de VvE uit 2007, dat niet aan [appellanten] was verstrekt, stond dat er geen reserves waren aangelegd voor de kosten aan de liftinstallatie, waarvan de machinekamer en besturing in 2022 en 2052 zouden moeten worden vervangen. De kosten hiervan zouden op dat moment worden doorberekend aan de appartementseigenaren.
Na de koop werd [appellanten] geconfronteerd met deze kosten, die de VvE niet had gereserveerd. Dit leidde tot een financieel nadeel voor [appellanten]. De kantonrechter had in eerste aanleg de vordering van [appellanten] afgewezen, maar in hoger beroep heeft het hof geoordeeld dat [geïntimeerden] tekort is geschoten in de mededelingsverplichting en daarmee in de nakoming van de koopovereenkomst.
De beslissing van de rechtbank
Het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch oordeelde dat de verkoper, [geïntimeerden], tekort is geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen onder de koopovereenkomst door de koper niet te informeren over het besluit van de VvE uit 2007. Dit besluit hield in dat er geen reserves waren aangelegd voor de vervanging van de machinekamer en besturing van de lift, resulterend in een latente financiële verplichting voor de appartementseigenaren op het moment dat deze vervangingen nodig zouden zijn.
Het hof wees de eis van [appellanten] tot schadevergoeding toe, waarbij het gevorderde bedrag van € 4.766,- werd toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 6 april 2022. Ook werden [geïntimeerden] en [geïntimeerde 2] hoofdelijk veroordeeld tot het betalen van de proceskosten van zowel de eerste aanleg als het hoger beroep. Het hof verklaarde de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de uitspraak direct uitvoerbaar is, ongeacht een eventueel hoger beroep of andere bezwaarprocedures.
Het hof onderbouwde zijn oordeel door te stellen dat [geïntimeerden] al ten tijde van de verkoop op de hoogte was van de niet-gereserveerde kosten en dat hij de verplichting had om deze informatie te delen met [appellanten] als koper. De schadevergoeding werd gebaseerd op het bedrag dat [appellanten] uiteindelijk moest bijdragen aan de kosten voor de lift, die niet waren voorzien in de reserves van de VvE op het moment van de aankoop.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.