De zaak in het kort
In deze civielrechtelijke kwestie oordeelt het Gerecht in Eerste Aanleg van Curaçao over een geschil tussen de Vereniging van Eigenaren (VVE) van Marbella Estate en twee bewoners van het verkavelingsplan. De kern van het geschil betreft de bouw van een carport door de bewoners zonder voorafgaande toestemming van de VVE, hetgeen in strijd is met de welstandsbepalingen vastgelegd in hun leveringsakte. Ondanks het verkrijgen van een bouwvergunning van de lokale overheid, houdt de VVE vast aan haar reglementen en eist zij de afbraak van de carport, daarbij gesteund door de civielrechtelijke verplichtingen van de bewoners. Het gerecht oordeelt in het voordeel van de VVE, waarbij het belang van de uniforme uitstraling van het verkavelingsplan zwaarder weegt dan de verleende bouwvergunning.
Het verloop van het proces en de feiten
Op 9 mei 2012 werden de gedaagden eigenaar van een kavel binnen het Marbella Estate op Curaçao. In de leveringsakte zijn duidelijke welstandsbepalingen opgenomen die onder andere voorschrijven dat er niet gebouwd mag worden binnen vijf meter van de gemeenschappelijke weg en dat eigenaren verplicht zijn lid te worden van de VVE en zich aan de door de VVE vastgestelde regels te houden. Eind 2022 startten de gedaagden met de bouw van een carport zonder voorafgaande goedkeuring van de VVE, hetgeen in strijd was met de welstandsbepalingen. De VVE, die toezicht houdt op de naleving van deze bepalingen, weigerde goedkeuring te verlenen aan de carport vanwege de negatieve invloed op de esthetische eenheid van het plan en het woongenot van de andere bewoners.
Hoewel de gedaagden een bouwvergunning wisten te bemachtigen van de Minister van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning, werd door de Adviescommissie aangegeven dat deze vergunning geen invloed had op de civielrechtelijke verplichtingen van de bewoners jegens de VVE. De VVE drong aan op de afbraak van de carport en de naleving van de welstandsbepalingen, ondersteund door het opleggen van een boete van NAf 50.000 per overtreding.
De beslissing van de rechtbank
Het Gerecht in Eerste Aanleg van Curaçao oordeelde dat de persoonlijke verplichtingen in de leveringsakte van de gedaagden, inclusief de welstandsbepalingen, gelden als een derdenbeding ten gunste van de andere kaveleigenaren en de VVE. De VVE is daarmee gerechtigd om op te treden bij overtredingen van deze bepalingen. De rechtbank benadrukte dat de bouwvergunning die door de lokale overheid was verleend, de gedaagden niet ontsloeg van hun verplichting om zich aan de welstandsbepalingen te houden.
De rechtbank wees erop dat het verbod op bouwen binnen vijf meter van de weg, hoewel niet expliciet in de leveringsakte van de gedaagden opgenomen, een algemeen bekende regel was onder de eigenaren van Marbella Estate. De VVE had in het verleden consistent opgetreden tegen overtredingen van deze regel om de homogeniteit en het woongenot binnen het verkavelingsplan te behouden. Het gerecht vond dat de VVE terecht de bouw van de carport had geweigerd en oordeelde dat de gedaagden de carport binnen een maand moesten afbreken.
Het gerecht besloot geen dwangsom op te leggen, aangezien de gedaagden hadden verklaard aan het bevel te zullen voldoen. Wel werd de boete van NAf 50.000 opgelegd in het geval de gedaagden niet binnen de gestelde termijn aan het bevel zouden voldoen. Ten slotte werden de gedaagden ook veroordeeld in de proceskosten van de VVE, die in totaal NAf 4.059,64 bedroegen. De uitspraak bevestigt het belang van het naleven van civielrechtelijke verplichtingen binnen een verkavelingsplan, zelfs wanneer er een overheidsvergunning is verleend voor bouwactiviteiten.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.