De zaak in het kort
Dit juridische geschil draait om een bouwcontract in Sint Maarten, waarbij de opdrachtgevers (hierna [opdrachtgever]) het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, CuraƧao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba benaderden in hoger beroep tegen de aannemer (hierna [aannemer]). De kwestie betreft het beweerdelijke niet goed nakomen van de bouwovereenkomst door [aannemer], wat leidde tot een eis van schadevergoeding door [opdrachtgever]. De rechtbank in eerste aanleg had een deel van de door [opdrachtgever] geclaimde schade toegewezen, maar een groter deel afgewezen. [opdrachtgever] ging hierop in hoger beroep, maar het Hof bevestigde de eerdere uitspraak van het Gerecht.
Het verloop van het proces en de feiten
Op 14 november 2023 startte [opdrachtgever] het hoger beroep tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, dat op 3 oktober 2023 was uitgesproken. [Opdrachtgever] had acht grieven tegen dit vonnis. Ze eisten dat het Hof de eerdere uitspraak zou vernietigen en hun vorderingen alsnog zou toewijzen, inclusief de proceskosten in beide instanties. [Aannemer] verdedigde zich tegen deze grieven en stelde dat het vonnis van het Gerecht vernietigd moest worden, en dat de vorderingen van [opdrachtgever] afgewezen moesten worden.
De feiten in de zaak betreffen een bouwcontract dat op 15 maart 2019 tussen partijen werd gesloten, waarbij [aannemer] een woonhuis voor [opdrachtgever] bouwde. De overeengekomen bouwsom was USD 277.062, maar door meerwerk betaalde [opdrachtgever] uiteindelijk USD 299.615. De bouw begon op 1 april 2019 en op 17 februari 2020 betaalde [opdrachtgever] de laatste termijn.
Het geschil begon met een verzoekschrift van [opdrachtgever] op 12 oktober 2021, waarin ze verklaarden dat [aannemer] tekortgeschoten was in de nakoming van de overeenkomst en daardoor aansprakelijk was voor de geleden schade. Ze eisten een schadevergoeding van USD 68.008,16, plus wettelijke rente en incassokosten. Het Gerecht kende echter slechts een schadevergoeding van USD 10.529,36 toe, naast USD 1.500 aan incassokosten.
De beslissing van de rechtbank
Het Hof behandelde de acht grieven van [opdrachtgever], waaronder de oplevering van het huis, de gebreken die [opdrachtgever] redelijkerwijs had moeten ontdekken, de noodzaak van extra draagmuren, en de geschiktheid van schilderwerk aan de reling en leuning. Het Hof concludeerde dat [opdrachtgever] onvoldoende bewijs had geleverd voor hun claims en dat de gebreken grotendeels tijdens de oplevering ontdekt hadden moeten worden. Het Hof vond de argumenten van [opdrachtgever] vaak ongegrond of onvoldoende onderbouwd.
Bij de beoordeling van de oplevering stelde het Hof vast dat de woning op 17 februari 2020 was opgeleverd en aanvaard, en dat de gebreken die [opdrachtgever] toen had moeten ontdekken, niet meer op [aannemer] verhaald konden worden. Wat betreft de extra draagmuren oordeelde het Hof dat deze nodig waren vanwege de door [opdrachtgever] gewenste herpositionering van de woning, en niet door fouten van [aannemer]. Het schilderwerk aan de reling en leuning werd door het Hof niet als gebrekkig beschouwd, mede omdat [opdrachtgever] zelf het hout had geleverd en omdat het een feit van algemene bekendheid is dat hout regelmatig geverfd moet worden.
Wat betreft de boetes van de Home Owners Foundation, oordeelde het Hof dat [opdrachtgever] zelf verantwoordelijk was, omdat de afwijkingen van het bouwplan op hun verzoek waren aangebracht. De gevorderde immateriƫle schadevergoeding werd afgewezen, omdat onvoldoende was aangetoond dat [opdrachtgever] in zijn persoon was aangetast en omdat de gestelde tekortkomingen niet bewezen waren.
Uiteindelijk bevestigde het Hof het vonnis van het Gerecht en veroordeelde [opdrachtgever] in de kosten van de procedure. De kosten werden begroot op Cg 240,50 voor verschotten en Cg 6.250 voor het salaris van de gemachtigde. De beslissing was een bevestiging van het vonnis in eerste aanleg, waarmee de meeste vorderingen van [opdrachtgever] werden afgewezen.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.