VvErechtspraak.nl
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
VvErechtspraak.nl
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten

ECLI:NL:RBAMS:2025:2008 huurovereenkomst woonruimte en huurprijsdispuut

by VvERechstpraak.nl
26/06/2025
Reading Time: 2 mins read
A A
0

De zaak in het kort

In deze zaak draait het om een geschil tussen de verhuurder, [eiser], en de huurder, [gedaagde], over de huurprijs van een woonruimte en de vraag of de huurovereenkomst is geëindigd of voor onbepaalde tijd is voortgezet. De verhuurder wilde de huurprijs verhogen en de huurder wilde de huurprijs en servicekosten gesplitst hebben, wat leidde tot een uitspraak van de huurcommissie. De verhuurder en huurder zijn in conflict over de voortzetting van de huurovereenkomst en de splitsing van de huurprijs na de uitspraak van de huurcommissie.

Gerelateerde uitspraken

ECLI:NL:GHAMS:2025:1785 hoger beroep WOZ-waarde woning gerechtshof Amsterdam

ECLI:NL:GHAMS:2025:1786 gerechtshof bevestigt WOZ-waarde en procesverloop

ECLI:NL:RBAMS:2025:4420 jeugdstraf voor rol bij ontploffing en mishandeling

Het verloop van het proces en de feiten

De zaak begon met een dagvaarding op 26 augustus 2024. De huurder en verhuurder hadden een huurovereenkomst voor de duur van twaalf maanden, die automatisch zou worden verlengd tenzij een van de partijen 45 dagen voor het einde van de termijn schriftelijk aangaf de huur niet voort te zetten. De verhuurder stelde een huurverhoging voor, wat leidde tot een discussie tussen de partijen via WeChat. Er werd geen akkoord bereikt over een nieuw huurcontract voor twee jaar met een lagere verhoging, en de huurder besloot geen nieuw contract te ondertekenen, in de veronderstelling dat het bestaande contract voor onbepaalde tijd was verlengd.

Op 19 maart 2024 diende de huurder een verzoek in bij de huurcommissie om de all-in huurprijs te splitsen in huur en servicekosten. De huurcommissie oordeelde dat de maandelijkse kale huurprijs € 911,35 zou bedragen en het voorschot voor de servicekosten € 414,25 vanaf 1 juni 2024. De kantonrechter gaf in een kort geding een voorlopige voorziening voor een huurverhoging van € 100 per maand vanaf 1 februari 2024.

De verhuurder vorderde een verklaring dat de huurovereenkomst was geëindigd en dat de huurder zonder recht in de woning verbleef, naast betaling van een gebruiksvergoeding en ontruiming van de woning. De huurder voerde hiertegen verweer en diende een tegenvordering in voor vaststelling van de huurprijs en terugbetaling van te veel betaalde huur.

De beslissing van de rechtbank

De kantonrechter oordeelde dat de verhuurder als professionele verhuurder wordt beschouwd en dat de huurovereenkomst moet worden getoetst aan consumentenrechten. De huurovereenkomst bevatte een all-in prijs voor huur en meubels, zonder dat deze gesplitst waren. De kantonrechter besloot dat de uitspraak van de huurcommissie in stand blijft, waarbij de huurprijs en servicekosten zijn gesplitst. De huurovereenkomst werd geacht te zijn voortgezet voor onbepaalde tijd, omdat de verhuurder niet tijdig het einde van de huurovereenkomst had aangezegd. De overeengekomen huurprijsverhoging was in strijd met de wet, omdat er geen huurprijswijzigingsbeding was opgenomen.

De kantonrechter wees de vorderingen van de verhuurder af en kende de tegenvorderingen van de huurder toe. De verhuurder moet € 1.956,60 aan te veel betaalde huur terugbetalen aan de huurder. De verhuurder werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten van de huurder. De uitspraak werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Lees de originele uitspraak hier.

ADVERTISEMENT

Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.

ShareSendSend
Previous Post

ECLI:NL:RBGEL:2025:2517 huurcommissie-uitspraak servicekosten vernietigd

Next Post

ECLI:NL:RBROT:2025:4278 toelating tot WSNP en afwijzing eerdere ingangsdatum

Gerelateerde uitspraken>>>

Bestemming van het appartement

ECLI:NL:GHAMS:2025:1785 hoger beroep WOZ-waarde woning gerechtshof Amsterdam

13/07/2025
Bestemming van het appartement

ECLI:NL:GHAMS:2025:1786 gerechtshof bevestigt WOZ-waarde en procesverloop

13/07/2025
Bestemming van het appartement

ECLI:NL:RBAMS:2025:4420 jeugdstraf voor rol bij ontploffing en mishandeling

12/07/2025

VvErechtspraak.nl

  • Contact
  • Over ons

Bezoek ook eens

Alle rechten onder voorbehoud © 2025 VvE Rechtspraak.

Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte

Alle rechten onder voorbehoud © 2025 VvE Rechtspraak.