De zaak in het kort
De zaak betreft een juridische strijd tussen twee partijen, [eiser] en [gedaagde], die deelgenoten zijn in een gemeenschap bestaande uit een landgoed met opstallen, waaronder vakantiehuizen, parkeerplekken en botenhuizen. De centrale kwestie is de verdeling van dit gemeenschappelijke eigendom. [eiser] heeft voorgesteld om de gemeenschap te verdelen volgens een plan opgesteld door een architect, terwijl [gedaagde] van mening is dat er al overeenstemming is bereikt op basis van eerdere afspraken, vastgelegd in de 2019-overeenkomst. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen volledige overeenstemming is bereikt over de verdeling van de gemeenschap en heeft besloten om zelf een verdeling vast te stellen. De rechtbank overweegt het benoemen van een deskundige om een billijke verdeling te waarborgen.
Het verloop van het proces en de feiten
De juridische procedure is begonnen met de dagvaarding van [eiser] op 16 november 2023, gevolgd door een reeks juridische documenten en een mondelinge behandeling op 25 november 2024. [eiser] en [gedaagde] zijn familieleden, die betrokken zijn bij de verdeling van een gemeenschappelijk eigendom in [plaats]. Het eigendom omvat een terrein met vakantiehuizen, parkeerplekken en botenhuizen. In 2020 heeft [naam 3], de broer van [eiser], zijn aandeel in de gemeenschap overgedragen aan zijn zoon, [gedaagde].
De partijen hebben in oktober 2019 afspraken gemaakt over de verdeling van zowel hun vastgoedonderneming als het gemeenschappelijke eigendom. Deze afspraken zijn vastgelegd in de 2019-overeenkomst. In deze overeenkomst is onder andere vastgelegd dat er een vereniging van eigenaren (VVE) zou worden opgericht voor het beheer van gemeenschappelijke delen, en dat specifieke percelen volgens een verdeellijst zouden worden verdeeld.
In 2020 hebben de partijen hun afspraken verder uitgewerkt in de 2020-overeenkomst, waarin zij hun intenties voor de verdeling van het gemeenschappelijk bezit in [plaats] hebben vastgelegd. Ondanks deze afspraken zijn er meningsverschillen ontstaan over de exacte verdeling van het eigendom, wat heeft geleid tot de huidige rechtszaak.
[h2>De beslissing van de rechtbank</h2]
De rechtbank heeft vastgesteld dat de partijen geen volledige overeenstemming hebben bereikt over de verdeling van de gemeenschap. Hoewel er belangrijke uitgangspunten zijn vastgelegd in de 2019- en 2020-overeenkomsten, is het duidelijk dat er nog geen definitieve afspraken zijn gemaakt over de kadastrale grenzen van de percelen. De rechtbank heeft daarom besloten om zelf de verdeling van de gemeenschap vast te stellen, zoals toegestaan onder artikel 3:185 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW).
De rechtbank heeft geconstateerd dat het plan van verdeling dat door [eiser] is voorgesteld, niet redelijk is omdat het onvoldoende rekening houdt met de belangen van [gedaagde]. Het plan houdt bijvoorbeeld geen rekening met het feit dat bepaalde percelen al buiten de gemeenschap zijn verdeeld en dat gehuurde percelen niet meegeteld kunnen worden bij de verdeling. Ook is er een ongelijke verdeling van parkeer- en ligplaatsen.
De rechtbank is van plan om een deskundige te benoemen om een billijke verdeling van de gemeenschap te waarborgen. De rechtbank heeft een aantal uitgangspunten vastgesteld voor de verdeling, waaronder het feit dat de bebouwde en onbebouwde percelen zoveel mogelijk gelijk moeten worden verdeeld, en dat bestaande lig- en parkeerplekken evenredig moeten worden verdeeld. Partijen mogen zich uitlaten over de benoeming van de deskundige en de verdere voortzetting van de procedure.
De zaak is verwezen naar 5 februari 2025, zodat partijen zich kunnen uitlaten over de vragen van de rechtbank en de voortzetting van de procedure. De rechtbank heeft aangegeven dat het voorschot op de kosten van de deskundige door de eisende partij, [eiser], moet worden voldaan. In het eindvonnis zal worden beslist wie uiteindelijk de kosten van de deskundige moet betalen. De verdere beslissing is aangehouden.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.