De zaak in het kort
De juridische kwestie betreft een geschil tussen de eisers, [eiser] en [eiseres], en de gedaagde partij, Amvest Development Real Estate B.V., over een contractuele boete die Amvest verschuldigd zou zijn vanwege het niet oplossen van een lekkage in een appartement. De eisers kochten een appartement van Amvest, waarbij een overeenkomst werd gesloten die Amvest verplichtte om het appartementencomplex tijdig en zonder gebreken op te leveren. Na de oplevering werden echter vochtplekken en lekkages in het appartement gemeld, wat leidde tot een vaststellingsovereenkomst waarin Amvest zich verplichtte een dagelijkse boete te betalen totdat de lekkage was verholpen. De rechtbank moest oordelen over de vraag of Amvest de boete nog steeds verschuldigd was en of zij een plan van aanpak moest leveren voor het oplossen van de lekkage.
Het verloop van het proces en de feiten
In augustus 2018 kochten de eisers een appartement van Amvest dat deel uitmaakte van een groter bouwproject. Volgens de koopovereenkomst moest Amvest het appartement binnen 500 werkbare dagen na de start van de bouw opleveren. Overtreding van deze termijn zou leiden tot een contractuele boete van € 173,50 per dag. Het appartement werd uiteindelijk op 28 juni 2021 opgeleverd, maar daarbij werden vochtplekken in de woonkamer en slaapkamer ontdekt. De eisers konden hierdoor niet beginnen met de geplande bouwwerkzaamheden.
Vervolgens werd in mei 2022 een vaststellingsovereenkomst gesloten waarin Amvest de boete erkende vanwege de overschrijding van de bouwtijd en het niet verhelpen van de lekkage. De boete was opgedeeld in drie categorieën, waarvan de derde nog doorliep omdat de lekkage nog niet was opgelost. Ondanks verschillende pogingen van de eisers om Amvest te bewegen tot actie, bleef de lekkage bestaan en werd geen duidelijke tijdsplanning voor herstel gegeven door Amvest. Onderzoeken door externe partijen bevestigden de noodzaak van reparaties om verdere schade te voorkomen.
De beslissing van de rechtbank.
De rechtbank oordeelde dat Amvest de contractuele boete moest blijven betalen totdat de lekkage daadwerkelijk was verholpen. De uitleg van de vaststellingsovereenkomst door de eisers, waarin de boete was gekoppeld aan het volledig oplossen van de lekkage, werd gevolgd. De tekst van de vaststellingsovereenkomst en de context waarin deze was gesloten, gaven aan dat de lekkage in de woonkamer en slaapkamer bedoeld was. Amvests argument dat de boete alleen verschuldigd was zolang de woning onbewoonbaar was, werd verworpen omdat dit niet uit de overeenkomst bleek en niet consistent was met de communicatie tussen partijen.
Hoewel de rechtbank de boete toekende, wees zij de eis van de eisers af dat Amvest een gedetailleerd plan van aanpak met een tijdsplanning moest opstellen. Gezien de complexiteit van het probleem en de afhankelijkheid van meerdere partijen, waaronder de vereniging van eigenaars, kon Amvest redelijkerwijs geen concrete tijdslijn geven. De rechtbank benadrukte dat Amvest al bezig was met een plan van aanpak en dat het op de betrokken partijen aankwam om voortvarend te werk te gaan.
Daarnaast werd Amvest veroordeeld tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten en de proceskosten, aangezien Amvest grotendeels in het ongelijk was gesteld. De rechtbank verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat Amvest verplicht is tot naleving, ongeacht eventuele hoger beroepen.
Deze uitspraak benadrukt het belang van heldere afspraken in vaststellingsovereenkomsten en de verplichting van partijen om gebreken tijdig en adequaat aan te pakken, vooral wanneer deze invloed hebben op de bewoonbaarheid van een woning. Het vonnis illustreert ook de complexe interactie tussen contractuele verplichtingen en de praktische uitvoerbaarheid binnen grotere bouwprojecten, waarbij meerdere belanghebbenden betrokken zijn.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.